Schoon Water tip: vanggewassen Ecologisch Aandachtsgebied (EA)

Bladrammenas

Bladrammenas

Als landbouwer draagt u bij aan de vergroening van ons landschap door een gedeelte van uw grond in te zetten als ecologisch aandachtsgebied (EA). Er zijn verschillende manieren om aan deze eis te voldoen, bijvoorbeeld door vanggewassen in te zaaien op bouwland of bepaalde landschapselementen in te zetten. De eis is om minimaal 5% van uw bouwland als EA in te zetten, tenzij u hiervoor bent vrijgesteld. Hieronder vindt u meer informatie over de te planten vanggewassen.

Soorten vanggewassen

In onderstaande tabel staan de verschillende gewassoorten die u als vanggewas in kunt zetten om te voldoen aan de EA-verplichting. Per gewassoort ziet u de wetenschappelijke naam, de zaaizaadhoeveelheid (kg/ha) en de categorie waar deze bij hoort. Om te voldoen aan de voorwaarden van EA vanggewassen gebruikt u minimaal 75% van de genoemde zaaizaadhoeveelheden.

Naam Wetenschappelijke naam Zaaizaad (kg/ha) Categorie (1, 2, en / of 3)
Bladrammenas Raphunus sativus 20 1
Gele mosterd Sinapsis alba 15 1
Sarepta mosterd Caliente Brassica juncea 10 1
Bladkool Brassica napus 8 1
Engels raaigras Lolium perenne 10 1, 3
Italiaans raaigras Lolium multiflorum 15 1, 3
Rietzwenkgras Festuca arundinacea 12 1, 3
Soedangras Sorghum bicolor 30 1
Facelia Phacelia tanacetifolia 6 1
Spurrie Spergula arvensis 25 1
Japanse haver Avena strigosa 50 1, 2
Voederwikken Vicia sativa 75 1, 3
Alexandrijnse klaver Trifolium alexandrinum 20 1, 3
Perzische klaver Trifolium resupinatum 10 1, 3
Rode klaver Trifolium pratense 8 1, 3
Witte klaver Trifolium repens 5 1, 3
Bladraap Brassica rapa L. var. Syl. 8 1
Deder Camelina sativa 5 1
Ethiopische mosterd Brassica carinata 12 1
Franse boekweit Fagopyrum tataricum 40 1
Incarnaat klaver Trifolium incarnatum 25 1, 3
Lupine Lupinus angustifolius 150 1, 3
Niger Guizotia abyssinica 8 1
Seradelle Ornithopus sativa 35 1
Stoppelknollen Brassica rapa var. rapa 2 1
Festulolium Lolium sp. x Festuca sp. 35 1,3

Categorieën in gecombineerde opgave

Vanggewassen zijn ingedeeld in drie categorieën. Voor categorie 1 (vanggewassen algemeen inclusief na vlas of hennep) en 2 (vanggewassen voor aaltjesbestrijding) gebruikt u altijd een mengsel van minimaal 2 soorten. Voor categorie 2 is het minimale aandeel van elke soort 3% van het totale gewicht. Voor categorie 3 (onderzaai van gras en vlinderbloemige gewassen) hoeft u geen mengsel te gebruiken, maar dit is wel toegestaan. Voor categorie 3 mag u ook vlinderbloemigen onder dekvrucht inzaaien. Dit kunt u zowel als monoteelt of als mengsel inzaaien.

In de gecombineerde opgave geeft u het vanggewas op met de gewascode van de soort die overheersend is in het mengsel.

Hybride soorten

Hybride soorten vanggewassen die bestaan uit een kruising van de in de lijst met vanggewassen genoemde soorten uit Categorie 1 of een kruising van de in de lijst met vanggewassen genoemde soorten uit Categorie 2 zijn ook toegestaan. Teelt u een hybride waarvoor geen aparte gewascode beschikbaar is, en vormt de hybride het hoofdbestanddeel van het mengsel, gebruik dan de gewascode van de soort uit de lijst waarvan de kruising naar verwachting de meeste eigenschappen zal overnemen. Voorbeeld: Engels raaigras gekruist met Italiaans raaigras vormt de hybride soort. De verwachting is dat het Italiaans raaigras gaat overheersen. Kies dan de gewascode van het Italiaans raaigras.

Een optimale behandeling van de bodem met groenbemesters en/of compost stimuleert het aanwezige bodemleven en maakt chemisch ingrijpen minder afhankelijk! Dit zijn zeker belangrijke aspecten om de milieubelasting op de bodem te verlagen.

Dit bericht is geplaatst in Boomteelt, Teelttips met de tags , , . Bookmark de permalink.

Reacties zijn gesloten.