Alternaria is een zwakteschimmel die vooral toeslaat bij een verzwakt gewas en hoge temperaturen. Door de aanhoudende droogte hebben de aardappelen soms veel te lijden. Zorg dus voor een weerbare plant: gewassen die vitaal staan en goed beregend zijn, zijn minder vatbaar.
Het advies is de phytophthora middelen af te wisselen of aan te vullen met een mancozeb houdend middel. De middelen Narita (dosering 0,5 L/ha, max. 4 x) en Carial Star (dosering 0,6 L/ha, max. 3x) zijn het sterkste tegen Alternaria, maar hebben ook een relatief zware milieubelasting. In grondwaterbeschermingsgebieden is Narita verboden.
De timing van een bespuiting met Narita/Carial Star is belangrijk. In vroege gewassen kan hier al mee gestart worden, hoewel dit met de oogst in beeld wellicht niet meer nodig is (houd ook rekening met de wachttijd). Voor percelen die lang moeten uitgroeien is het beter pas half juli met een bespuitingte beginnen. In dat laatste geval houdt men spelingsruimte om het middel nog tot einde van de teelt te mogen gebruiken. Anders is het risico dat, wanneer het gewas op retour gaat en het meest gevoelig is, de sterke middelen niet meer ingezet kunnen worden. Vaak slaat Alternaria juist in die latere periode flink toe en kost het opbrengst. De aanbevolen interval is om de 2 weken.