Het droge voorjaar en de schrale wind maakt het lastiger om een gezond en weerbaar gewas te krijgen. Daarnaast gaat de bestrijding van onkruiden een stuk moeizamer. Onkruid is afgehard waardoor ze meer kunnen hebben.
Omstandigheden tijdens spuiten
Door vroeg in de ochtend te spuiten, is het effect van de middelen beter. Er is dan een beetje ‘dauw’ aanwezig, wat het onkruid iets zachter en beter te bestrijden maakt. In de droge omstandigheden van nu is het zelfs nog beter om eerst (dag 1) te beregenen om vervolgens (dag 2) de onkruidbestrijding uit te voeren. Hierdoor kunnen met lagere doseringen dezelfde effectiviteit van onkruidbestrijding behaald worden.
Wortelonkruiden
Bij wortelonkruiden kan worden gespoten met middelen op basis van glyfosaat. Belangrijk is dat er tijdig gespoten wordt. Wacht 1-2 weken (afhankelijk van het merk en de dosering) voordat er geplant wordt. Stem de dosering af op de hoeveelheid onkruid. Bij kleine onkruiden kan een lage dosering van 0,5-1 l/ha al effectief zijn. Een lagere dosering scheelt in kosten en geeft een lagere milieubelasting. Op de MBP kaart voor prei kun je de milieubelasting per middel zien: MBPKaartPrei_2020
Door de toevoeging van Fulvic aan de bespuiting wordt glyfosaat sneller gebonden. Fulvic bevat fulvinezuur en dat is een van de belangrijkste componenten in humus. Fulvic maakt de mogelijk schadelijke effecten kleiner en zorgt voor minder gevaar van inspoeling. Telers kunnen m.b.v. Fulvic het glyfosaatgebruik verminderen.
Preiplantenteelt
Let op met preiplantjes in het hele jonge (knikblad) stadium. Chemische onkruidbestrijding kan dan grote schade opleveren. Wacht liever totdat het eerste echte blad naast het kiemblaadje gevormd is. Pas de doseringen en de keuze van de middelen ook aan de weersomstandigheden aan.