Bij “Schoon Water voor Brabant” denkt met vaak aan lagere doseringen van chemie binnen een teelt. Maar is de basis niet: weerbare planten telen? Het hanteren van een gevarieerd bouwplan met daarbij, de teelt van een geslaagde groenbemester speelt een grote rol in deze basis. Belangrijk is om vooraf het doel van de groenbemester duidelijk te bedenken. Het gewas moet namelijk wel voldoende tijd hebben om zich volledig te ontwikkelen voor een maximaal effect. Daarbij geldt als regel: “Hoe vroeger men kan zaaien, hoe meer keuze aan in te zetten groenbemestersoorten”.
Groenbemesters kunt u telen ten behoeve van: aaltjesbestrijding, extra organische stof voorziening, verbeteren van de structuur en/of juist het stimuleren van het bodemleven. Ook kan men ervoor kiezen juist géén groenbemester te telen of later in te zaaien om zo een goede wortelonkruidbestrijding uit te kunnen voeren. Stem de keuze van de groenbemester af op de situatie per perceel. Gebruik enkelvoudige groenbemesters bij specifieke problemen, zodat u kunt focussen op dat specifieke probleem.
Aaltjes
Op de zandgronden speelt aaltjesbestrijding een grote rol bij de groenbemesterkeuze. Hieronder staat een overzicht van de belangrijkste groenbemesters en de bestrijding van specifieke aaltjessoorten. Het volledige schema vindt u op www.aaltjesschema.nl.
De hoeveelheid zaaizaad van soort 1 staat in het onderstaande schema weergegeven in de hoeveelheid kg/ha voor het GLB.
Probleem | Soort 1 (grootste deel) | Zaaizaad hvh GLB (kg/ha) | Soort 2 (kleinste deel) |
Wortelonkruiden | Engels raaigras | 20 kg x 75% = 15 kg | Italiaans raaigras |
Bietencysteaaltjes | BCA resistente bladrammenas | 25 kg x 75% = 20 kg | Vlas |
Vrijlevende aaltjes (P. teres* ) | BCA resistente bladrammenas * | 25 kg x 75% = 20 kg | Vlas of BCA resp. Gele mosterd |
Wortelknobbel-aaltje (Chitwoodi) | Multi resistente bladrammenas | 25 kg x 75% = 20 kg | Zwaardherik of Engels raaigras |
Wortellesie aaltje (Pratylenchus) | Japanse Haver ** |
70 kg x 75% = 55 kg | Tagetes of Engels raaigras |
Stengelaaltjes | Engels raaigras | 20 kg x 75% = 15 kg | Italiaans raaigras |
*Bij P. teres heeft de teelt van BCA resistente bladrammenas de voorkeur. Teel bij P. similis of P. primitivus liever géén groenbemester. Zorg dan voor het verbeteren van de organische stof aanvoer: laten liggen van stro bij teelt van granen, aanvoeren van compost en/of duurzame dierlijke mest. **Zaai geen Japanse haver bij risico’s op M. chitwoodi. Daarnaast is Japanse haver ook een sterke waardplant voor Fusarium in uien. |
Afrikaantjes (Tagetes patula)
Met een geslaagde teelt van Tagetes (patula variant) wordt Pratylenchus penetrans (PP) actief bestreden (minimaal 95% reductie). Na de Tagetes teelt blijft de besmetting van PP nog enkele jaren zeer laag. Voor een goede bestrijding van PP, is het wel zaak om de onkruidgroei tijdens de teelt zoveel mogelijk te voorkomen. Voor cysteaaltjes en wortelknobbelaaltjes is Tagetes geen waardplant. Van deze aaltjes neemt de besmetting dus evenveel af als bij braak.
Let op, wanneer chemie wordt ingezet tijdens de Tagetes teelt, voldoet u niet meer aan de voorwaarden die gelden voor ecologisch aandachtsgebied (EA).
Inzet voor ecologisch aandachtsgebied
Merendeel van de gezaaide groenbemesters worden ingezet voor het 5% aandeel t.b.v. EA. Hieronder de belangrijkste zaken om aan de EA-voorwaarden te voldoen:
- U moet voor het aandeel in het mengsel minimaal 75% van de genoemde zaaizaadhoeveelheid gebruiken.
- Let op: alleen als u vóór 16 september inzaait krijgt u extra N gebruiksruimte voor de zaai van een groenbemester.
- De uiterste groenbemester inzaaidatum is 15 oktober en telt mee voor de vergroening.
- U mag tijdens de 8-weken termijn geen gewasbeschermingsmiddelen toepassen.
Al een “gezonde” bodem?
Is uw bodem al in goede conditie? Dan kunt u overwegen een mengsel te zaaien om juist het bodemleven nog beter te voeden. Neem hiervoor een mengsel. Mengsels geven vaak op meerdere gebieden én voor langere tijd voeding aan het bodemleven én elkaar, door de verschillen in bloei en ontwikkeling. Stem het mengsel wel af op uw bouwplan.
Vlinderbloemige groenbemesters hebben vaak een “steungewas” nodig die ook dient als koolstofbron, zodat er voldoende koolstof is om de vrije stikstof te binden. Des te koolstofrijker het gewas, des te langzamer de vastgelegde stikstof later weer vrijkomt.
Voorbeeld: Japanse haver kan de bodem diep en intensief bewortelen, waarbij een toegevoegde Alexandrijnse klaver kan zorgen voor extra stikstofbinding, die dan vervolgens weer door de Japanse haver kan worden opgenomen. Veel toegepaste combinaties zijn: “Japanse haver + wikke” of “bladrammenas + wikke”
Aanpak wortelonkruiden
De aanwezigheid van wortelonkruiden op veel akkerbouwbedrijven neemt de laatste jaren schrikbarend toe. Juist in een groenbemester krijgt wortelonkruid de kans om zich te verstoppen. Wortelonkruid beheersing vraagt een meerjarige aanpak. Laat wortelonkruiden na de oogst van vroege gewassen groeien om ze vervolgens te bestrijden. Naast een chemische bestrijding van wortelonkruiden kunt u mechanisch bestrijden, door de wortelstokken naar boven te halen. Een Kvick-Finn of Rod Weeder zijn effectieve voorbeelden hiervan. Door perceelsranden en slootkanten goed en regelmatig te maaien, wordt de druk van wortelonkruiden vanuit de kant tot een minimum beperkt.
NKG-systeem en fijnzadige gewassen
Bij een aantal Schoon Water deelnemers is de teelt van fijnzadige gewassen een vast onderdeel van het bouwplan én/of wordt er op een niet kerende grondbewerkingswijze (NKG) geteeld. Is dit bij u het geval? Dan is het belangrijk te kijken naar de winterhardheid van een groenbemester. Na overblijven in de winter kunnen winterharde groenbemesters in het voorjaar problemen veroorzaken. Zowel bij de start en ontwikkeling van fijnzadige gewassen als bij het onderwerken binnen een NKG-systeem.
De inzet van “facelia + alexandrijnse klaver + vlas” past binnen zulke systemen. Let echter wel op de uiterlijke inzaaidatum. Na half september zijn de mogelijkheden beperkt.
Groenbemesters inzetten in combinaties
Onderaan staat nog een tabel met mogelijke groenbemesters en combinaties waarmee ze in te zetten zijn. Om een juiste keuze te maken voor een groenbemester en of aanpak van wortelonkruiden moet er dus gekeken worden naar de specifieke situatie per perceel.
Naam Familie |
Zaai-tijd | Zaad kg/ha | Opmerkingen | Mengen met |
Blad-rammenas Kruis-bloemigen |
Mei – half sep | 15-40 | Snelle bodembedekker met veel bladmassa. Voorkom in het zaad schieten. Vraagt veel N en losse bodem. | Wikke Alex. klaver Mosterd (Japanse) haver |
Gele mosterd Kruis-bloemigen |
Aug – sep | 18-35 | Snelle groeier. Kan later gezaaid worden dan bladrammenas. Gebruik voldoende zaaizaad t.b.v. onkruidonderdrukking. | Bladrammenas Wikke Japanse haver |
Engels raaigras Gras-achtigen
|
Mrt – half aug | 15-40 | Goede doorworteling van de bodem. Basis in veel maaiweide-mengsels, hoge voederwaarde. Tetraploïde rassen zijn groeikrachtiger dan diploïde. Is winterhard. | Klaversoorten Grasachtigen |
Italiaans / Wester-wolds raaigras Gras-achtigen |
Apr – half sep | 25-45 | Ontwikkelt snel. Geschikt in mengsel voor ruwvoersnede in het najaar. Kan veel opslag geven na warme winter. | Klaversoorten Grasachtigen |
Riet-zwenk gras Gras-achtigen |
t/m aug | 15-45 | Geschikt voor onderzaai in granen en maïs. Ook geschikt in maaiweides. Zeer diep en intensief wortelend. Goede voederwaarde voor vee. | Grassen Div. vlinder-bloemigen |
Winter-rogge Gras-achtigen |
Half aug – okt | 60-150 | Kan zeer laat worden gezaaid. Groeit ondergronds bijna de hele winter door. Bovengronds laag bij de grond tot maart. Ideaal om in te combineren met winterharde vlinderbloemigen. | (Winter)Wikke Alex. klaver Perzische klaver Wintererwt Winterveldboon |
Japanse haver Gras-achtigen |
Tot begin nov | 30-60 | Kan nog laat gezaaid worden. Zeer snelle kiemer. Stengeliger dan haver, daardoor mooi in mengsel. Gaat legeren in de winter, van tevoren klepelen is gewenst! |
Div. vlinder-bloemigen Bladrammenas Facelia, mosterd Boekweit |
Haver Gras-achtigen |
Half juli – sep | 50-120 | Bladrijk, sneldekkend gewas. Intensieve beworteling. Erg geschikt in mengsels. Roest een risico tijdens najaarsteelt | Wikke div. klavers Facelia, mosterd |
Rode klaver Vlinder-bloemigen |
Half mrt – juli | 8-12 | Groeikrachtige klaver met een hoge opbrengst. Levert veel stikstof na. Basis in veel maaiweide-mengsels. Kan ook als onderzaai gebruikt worden in granen. | Div. vlinder-bloemigen Granen, grassen |
Witte klaver Vlinder-bloemigen |
Mrt – juli | 6-8 | Zeer geschikt als ondervrucht, ook in dors en plukgewassen. Minder grof dan rode klaver. Groeit laag bij de grond. Kan opslag geven in volgvrucht! | Div. vlinder-bloemigen Granen, grassen |
Alexand-rijnse klaver Vlinder-bloemigen |
Juli – aug | 25-35 | Meest groeikrachtige klaver. Zeer geschikt in een mengsel. Verdraagt maaien en winters slecht. | Granen, grassen Facelia, mosterd div. vlinder-bloemigen Bladrammenas |
Perzische klaver Vlinder-bloemigen |
Apr – juli | 15-20 | Kan heel goed onder dekvrucht gezaaid worden. Snel kiemend en sterke stikstofbinder. Heel nuttig voor diverse insecten | Granen, grassen Facelia, mosterd div. vlinder-bloemigen Bladrammenas |
Wikke Vlinder-bloemigen |
Mei – half sep | 40-70 | Sterke stikstofbinder. Kan laat gezaaid worden. Concurrerend tegen onkruiden. Heeft steungewas nodig. Vraagt goede vochtvoorziening na zaai. | Granen, grassen Bladrammenas Mosterd |