Door de infectiekansen van schimmelziekten in stamslabonen goed in beeld te hebben en op het optimale moment van de dag te spuiten kan de effectiviteit van de bespuiting sterk verbeteren. Hierdoor is de kans groter dat u met één bespuiting kunt volstaan zodat vervolgbespuitingen niet nodig zijn. Dit is beter voor de waterkwaliteit, maar ook voor de portemonnee.
Botrytus en sclerotinia
In stamslabonen kunnen de schimmelziekten botrytus en sclerotinia met name in de slotfase van de teelt veel schade doen. Vrijwel altijd is het noodzakelijk om hier één bespuiting tegen uit te voeren en in sommige gevallen meerdere bespuitingen. In sommige jaren is bij zeer droog weer tijdens de bloei en vruchtzetting geen enkele bespuiting nodig. Een beslissingsondersteunend systeem kan ook dan behulpzaam zijn.
Vochtig en warm weer
Vooral bij vochtig en warm weer kunnen deze schimmelziekten toeslaan. Bij droog weer met een lage relatieve luchtvochtigheid is het risico veel kleiner. Begin september is het droge weertype omgeslagen naar een veel vochtiger weertype. Het risico op schimmelziekten neemt daarmee toe. Een weerpaal die in het gewas meet kan dit risico op basis van deze metingen aangeven. Ook de weersverwachting wordt hierin meegenomen.
Zwaarte van gewas
Een belangrijke factor bij het inschatten van het risico op schimmelziekten is de zwaarte van het gewas. Loofrijke gewassen blijven ook bij droog weer vaak de hele dag nat. Gewassen met weinig loof waar de bodem tussen de rijen bonen nog goed zichtbaar is drogen overdag sneller op.
Een weerpaal die in het gewas meet neemt de zwaarte van het loof mee via de meting van de relatieve luchtvochtigheid tussen het gewas. Hierdoor kan het risico van het optreden van schimmels in het betreffende perceel goed ingeschat worden.
Spuit op het juiste moment
Zeker tijdens een wisselvallige periode in de herfst zijn de goede momenten waarop een bespuiting plaats kan vinden soms schaars. De opname van het middel moet goed zijn. Verder moet het gewas tijdens de bespuiting voldoende droog zijn om het middel niet van het blad af te laten spoelen. Het gebruik van een spuitplanner kan hierbij helpen. Verder mag er binnen de aandroogtijd van de middelen geen neerslag vallen. Houdt de buienradar tot vlak voor het moment van spuiten goed in de gaten.
Milieubelastingskaarten
Met al deze inschattingen en hulpmiddelen zorgt u ervoor dat een bespuiting zo effectief mogelijk plaats kan vinden. Dit voorkomt onnodige (vervolg)bespuitingen. Bij de keuze van het middel kunt u de milieubelastingskaart raadplegen.