Demo zeebies mechanisch bestrijden

Deze zomer hebben we bij Schoon Water akkerbouwer Johan Pals verschillende machines getest voor de bestrijding van zeebies en andere wortelonkruiden. Dit deden we in samenwerking met onafhankelijk bedrijfsadviseur biologische groententeelt Christoffel den Herder. Op vrijdag 20 september konden Schoon Water deelnemers meekijken naar hoe de machines op het veld werkten. Lees hier meer zeebies en onze eerste bevindingen om dit onkruid te bestrijden.

Wortelonkruiden
Iedereen heeft er wel mee te maken, wortelonkruiden. Ze breiden zich gestaag uit over het land als er niet op tijd maatregelen worden genomen. Vaak worden wortelonkruiden binnen het bouwplan bestreden in of na de teelt van granen met middelen op basis van MCPA, glyfosaat, 2,4-D of fluroxypyr-meptyl (o.a. Tapir en Primstar). Helaas worden restanten van die stoffen aangetroffen in grond- en oppervlaktewater, waardoor het lastiger wordt om dit water te gebruiken voor de bereiding van drinkwater. Mogelijk wordt daarom de toelating van deze stoffen in de toekomst verder ingeperkt. Nog vervelender voor de teler is dat voor sommige onkruiden, zoals zeebies, de chemische aanpak nu al onvoldoende werkt. Er moet dus gezocht worden naar andere oplossingen om deze onkruiden te beheersen.

Zeebies bloemen

Zeebies
Zeebies, of heen, behoort tot de Cypergrassenfamilie. Ze komen over het algemeen voor in kuststreken, polders en langs rivieren. Ze groeien het liefst in zoet of brak water en leven minimaal 5 jaar. Via slootmaaisel kan de plant ook in een perceel terecht komen. De plant kan je herkennen aan de duidelijk driekantige stengel en bloeiwijze. Ondergronds heeft zeebies wortelstokken met plaatselijk knolvormingen. Deze knollen zijn enkele centimeters in doorsnede, erg hard en vezelig bruingrijs van kleur. De knollen geven de plant voedingsstoffen en kunnen ook weer nieuwe planten vormen. Eén knol kan 10-12 keer uitlopen en honderden bovengrondse planten aanmaken over een oppervlakte van diverse vierkante meters. Daarnaast kunnen ze ook nog eens tot wel 30 jaar in de bodem blijven zitten.

Knollen bestrijden
De knollen van de zeebies zijn dus erg hardnekkig en kunnen bij grondbewerkingen makkelijk verspreiden over een perceel. Op het demoperceel bij Johan Pals hebben we geprobeerd de knollen uit te putten door ze om hoog te halen en uit te laten drogen. Dit hebben we gedaan door drie soorten cultivatoren in te zetten, namelijk: 1) een vaste tand cultivator, 2) een triltandcultivator (Güttler) en 3) een schoffel cultivator (Kvick-Finn / Kvick-Killer). Daarnaast wilden we ook graag testen wat het effect is van elektrocuteren. Hiervoor hebben we gebruik gemaakt van de Zasso X Power en Andela Electro Weeder.

Cultivatoren naast elkaar
De drie cultivatoren stonden netjes op een rijtje opgesteld. De machines hadden allemaal al een keer over het veld gereden, dus we konden mooi de verschillende banen naast elkaar vergelijken. De vaste tand stoppel cultivator, een machine die iedereen wel in de schuur heeft staan, bewerkte de bodem grof maar zorgde wel dat de knollen bovenop kwamen te liggen. De Güttler Super Maxx en Kvick Finn hadden beide een intensievere bewerking, waarbij de Kvick Finn net iets dieper inwerkt. Tijdens de demo werd de Kvick Finn vervangen door de Kvick Killer.

Güttler Super Maxx van landbouwmechanisatiebedrijf A. Den Dekker

De Güttler Super Maxx is een triltandcultivator met maar liefst 7 balken met S-vormige triltanden met als doel het losgewerkte materiaal, in dit geval de zeebies, door de tandvorm naar de oppervlakte te werken. Doordat de machine geen nalooprol heeft blijft het plantmateriaal aan de oppervlakte liggen, waar het vervolgens kan verdrogen. Materiaal dat op die manier los aan de oppervlakte ligt zal door het ontbreken van bodemcontact ook bij nattere omstandigheden toch grotendeels afsterven.

Kvick Killer van Agri Bio-Solutions

De Kvick Finn werkt met eenzelfde soort triltand, al was deze tand behoorlijk zwaarder zodat deze dieper kan werken. Achter de 2 balken triltanden met ganzevoetschoffels is een aangedreven rotor van tanden gemonteerd. Deze rotor slaat door de grond en gooit grond en gewasresten (zeebies) de lucht in. Doordat de grond zwaarder is dan de gewasresten zullen de gewasresten vanzelf los boven op de toplaag komen te liggen en daar verdrogen. Bovendien slaat de rotor actief bodemdeeltjes (deels) van de wortels. Hierdoor kunnen de planten dus nog beter uitdrogen.
Tijdens de demo reed de Kvick Killer mee. Dit is een Solo Rotor die een wat extensiever toerental heeft, maar ook goed in staat is bodem en gewasmateriaal omhoog te gooien. Het is een techniek die nog enkel voor dit doeleind geschikt is i.t.t. de Kvick Finn waarmee ook als standaard cultivator gewerkt kan worden. Het voordeel van de Kvick Killer is wel dat er vaker mee gereden kan worden.

Links een baan gereden met de Zasso X Power (maand eerder uitgevoerd). Rechts een baan gereden met de Andela Electro Weeder. Je ziet dat planten in die baan langzaam verkleuren om uiteindelijk hetzelfde beeld te krijgen als de linker baan.

Electrocuteren
Wat betreft de elektrocuteer machines had de Zasso X Power al een keer gereden en was de Andela Electro Weeder tijdens de demo voor het eerst aanwezig. Beide machines brengen de groeiende (onkruid) plantenmassa onder stroom met een hoge stroomsterkte (ampère) middels een door de trekker aangedreven stroomaggregaat. Dit opwekken van stroom vraagt veel vermogen. Hierdoor zijn vooral droge veldomstandigheden gewenst om de stroomlading goed op de planten over te brengen. Natte veldomstandigheden zorgen juist voor veel stroomverlies naar de bodem. Het doel van deze techniek is om met de stroom de plantencellen te verhitten tot minimaal 60 graden Celsius. Hierdoor zullen de meeste plantensoorten afsterven. Deze techniek ziet er veel belovend uit. Of de machines daadwerkelijk voldoende een effect hebben gehad op de zeebies moet volgend jaar blijken.

Vervolg
Wortelonkruiden zijn helaas iets van de lange adem, daarom gaan we dit perceel voor een langere periode volgen. In het voorjaar zullen de resultaten van de mechanische bewerkingen zichtbaar worden. Op basis daarvan maken we een nieuw plan voor aankomend jaar. Op dit moment zijn we bezig met een potproef om te onderzoeken wat het effect is geweest van de behandelingen op de knollen: zit er verschil in de kiemkracht? Bekijk hier een video met de samenvatting van de bijeenkomst van 20 september.

Heeft u nog vragen naar aanleiding van dit artikel? Neem dan contact op met Celine Nieboer (cnieboer@clm.nl 0345 470 730) of onze Schoon Water Delphy adviseur Geoff Flikweert (g.flikweert@delphy.nl 06 13641910).

Deelnemers van de veldbijeenkomst bekijken de verschillende machines.

 

 

Dit bericht is geplaatst in Persberichten. Bookmark de permalink.

Reacties zijn gesloten.