Op sommige percelen is het nodig om te gaan starten met een preventieve bescherming tegen Alternaria. Alternaria is een zwakteschimmel die vooral toeslaat bij een verzwakt gewas en hoge temperaturen. Doordat er komende weken weer een periode aanbreekt van aanhoudende droogte, hebben de aardappelen soms veel te lijden. Belangrijk in deze periode is dat de plant weerbaar is. Zorg ervoor dat het aardappelgewas vitaal staat en goed beregend zijn, omdat dan de aardappelen minder vatbaar zijn.
Een bestrijding tegen Alternaria is pas zinvol op een verouderd gewas. Door het spuiten met mancozeb bevattende middelen is er een preventieve werking tegen Alternaria. Het advies is daarom ook om na de bloei de phytopthtora middelen af te wisselen of aan te vullen met een mancozeb houdend middel. De middelen Narita en Carial Star zijn het sterkste tegen Alternaria, maar hebben ook een relatief zware milieubelasting.
Let op:
- Narita mag NIET in grondwaterbeschermingsgebieden worden gespoten.
- Carial Star heeft WEL een toelating.
Narita mag gespoten worden met een dosering van 0,5 l/ha, max 4 keer. Carial Star mag gespoten worden met een dosering van 0,6 l/ha, max 3 keer.
Voor percelen die lang moeten uitgroeien is het beter om pas half juli met een bespuiting te beginnen. Als dit gedaan wordt houdt men spelingsruimte om het middel nog tot einde van de teelt te mogen gebruiken. Als dit niet gedaan wordt is er een risico dat, wanneer het gewas op zijn retour gaat (meest gevoelig voor Alternaria), dat de sterkste middelen niet meer ingezet kunnen worden. Vaak slaat Alternaria juist in die latere periode flink toe en kost het opbrengst. De aanbevolen interval is om de 2 weken.