De oogst van veel gewassen moet nog beginnen, o.a. aardappelen, bieten, cichorei en diverse conserven. Toch is het een goed moment om al eens na te denken over de gewassen voor 2018, met name over de vraag graan op te nemen in het bouwplan.
Granen hebben een gezond effect op de bodem. Ze geven veel aanvoer van organische stof en de mogelijkheid voor invulling van de vergroening met een groenbemester. Ook zijn ze positief voor de bestrijding van moeilijke (wortel)onkruiden en een gezonde voorvrucht voor o.a. bieten. Afhankelijk van de prijs van graan en mais zal het saldo vaak in het voordeel uitvallen van mais. Mais werkt echter negatief op o.a. Rhizoctonia en diverse aaltjes (Pratylenchus penetrans en M.chitwoodi). Ook nu zijn er nog plekken waar mogelijk problemen zijn met bodemgezondheid. Dat is vaak te zien aan gewassen die eerder op retour gaan of slecht ontwikkelen (aardappel, spinazie, bonen, groenbemester).
Er kan gekozen worden tussen wintergerst, wintertarwe en zomergerst. Voor- en nadelen zijn:
- Wintergerst: vroege zaai (vanaf begin okt) en mede daardoor minder vochtbehoefte, goed te telen op lichtere grond. Huidige nieuwe ras(sen) geven hoge opbrengst, enkele rassen zijn resistent tegen vergelingsvirus.
- Wintertarwe: vooral geschikt voor meer vochthoudende grond. Hoog opbrengstpotentieel.
- Zomergerst: goedkopere teelt. Kort groeiseizoen gunstiger tegen aaltjes. Past ook op lichte grond. Lagere opbrengst.
