Sommige insecten richten schade aan, terwijl andere soorten zich juist graag tegoed doen aan eerdergenoemde plagen. Deze natuurlijke vijanden wil je dus op je perceel hebben. Maar wat vliegt en kruipt er in je omgeving rond? En hoe lok je deze diertjes naar je velden? Om die vragen draaide de bijeenkomst op dinsdagmiddag 26 juni in Afferden. Deelnemers waren te gast bij vaste plantenkwekerij Lucassen en kregen tijdens een zonnige veldexcursie te zien welke insectensoorten er bij MTS Lucassen te vinden zijn.
Een groep boomkwekers en telers van vaste planten verzamelde zich op het erf van MTS Lucassen. Het bedrijf ligt aan de rand van natuurgebied de Maasduinen en heeft dan ook veel ervaring met het integreren van natuur op het bedrijf. Pieter Lucassen vertelde dat studenten van de HAS in 2014 een onderzoek uitgevoerd hebben naar de insectenbiodiversiteit op en rondom de percelen. Zij hebben allerlei soorten vlinders, bijen, hommels en zweefvliegen geïnventariseerd. De maatschap gebruikt nauwelijks insecticiden en het grote assortiment aan planten biedt veel nectar en stuifmeel voor de vliegende bestuivers. Pieter Lucassen vindt het belangrijk de biodiversiteit te stimuleren met onder andere singels. Zijn boodschap draagt hij uit naar het publiek door het plaatsen van een insectenhotel en het delen van informatie over bestuivers op zijn website.
Na het welkomstwoord van Lucassen mocht iedereen plaatsnemen in een huifkar, om in het veld te zien welke soorten insecten daar voorkomen. Aangekomen bij een prachtig bloemenveld werd de groep in tweeën gesplitst. Terwijl een deel van de groep het veld overstak in het kielzog van Henk Vlug (Insect Consultancy), bleef de andere groep staan luisteren naar Gerjan Brouwer (Delphy Adviseur biologische fruitteelt en agrarisch natuurbeheer). Gerjan vertelde de aanwezigen over de kenmerken van verschillende natuurlijke vijanden. Zo zijn gaasvliegen verzot op luizen, terwijl het soldaatje een meer algemene predator is. Het belangrijkste advies van Gerjan: “Inventariseer eerst welke soorten er rondom je percelen te vinden zijn. Daarna kan je bedenken welke insecten je wil aantrekken en op welke manier je de leefomstandigheden voor hen aantrekkelijker kan maken”.
Henk Vlug had een aantal vallen uitgezet in het bloemenveld. Een emmer, met daarin water met een drupje zeep, is een goede val voor onder andere loopkevers. Een brede gele bak met water en zeep trekt vliegende insecten aan. Door het plaatsen van dergelijke vallen kan je een goede indruk krijgen van wat er in je perceel te vinden is en dus ook aantonen dát er van alles te vinden is. Timing is daarbij wel van belang; laat op de (zeer zonnige) middag hielden de meeste bodembewoners zich liever schuil.
Na deze interessante veldexcursie keerde de groep weer terug naar het erf. De avond werd afgesloten met een presentatie van Hans Smeets over allerhande bodemleven. Elke bacterie, schimmel of nematode heeft zijn eigen functie in de bodem. Sommige van hen (bijv. sulfide vormende bacteriën) leven goed onder zuurstofarme omstandigheden en zijn daarmee een indicatie van een slechte bodem. Andere soorten (bijv. actinomyceten) breken stoffen als chitine en cellulose af en zorgen voor een ‘boslucht’; een indicatie van een goede bodem.