23-11-2012, Open teelten: verhoging organische stofgehalte en nieuwe Activiteitenbesluit
05-10-2012, Maïs: Groenbemester in de knel? Of nu een goede start van seizoen 2013?!
10-08-2012, Aardappelen: Alternaria; veel aardappelpercelen vertonen al afrijping gewas
20-07-2012, Suikerbieten: Cercospora; na waarschuwing controleren, zonodig spuiten
22-06-2012, Maïs: Ontwatering en het juiste tijdstip van de onkruidbestrijding
15-06-2012, Maïs: Vermijd Terbutylazin en let op voldoende aanvoer organisch stof
8-06-2012, Aardappelen: Middelen tegen Phytophthora beschikbaar
25-05-2012, Maïs: Onkruidbestrijding: wiedeggen, schoffelen of bespuiting met verlaagde dosering
18-04-2012, Asperge: Vorstschade in nieuwe aanplant beperken of voorkomen
26-03-2012, Algemeen: Let op kwaliteit van spuitwater voor effectieve bespuiting
17-02-2012, Boomteelt: Onkruidbestrijding: start het seizoen met een schoon perceel
20-01-2012, Algemeen: Bent u van plan binnenkort GPS aan te schaffen?
23-12-2011, Boomteelt: Voorkom puntlozing bij reinigen van uw spuit
05-12-2011, Algemeen: Voorkomen puntemissie bij winterklaar maken spuit is eenvoudig
02-12-2011, Boomteelt: Meer organische stof, betere afbraak bestrijdingsmiddelen
5-9-2011, Algemeen: Bekijk de nieuwste Schoon Water films en doe inspiratie op!
31-8-2011, Prei: grond los maken ter voorkoming van schimmelziekten
30-8-2011, Aardappel: knolbescherming tegen Phytophthora belangrijk!
3-8-2011, Grasland (met klaver): nieuw middel voor onkruidbestrijding
2-8-2011, Meeldauw in de boomteelt: wissel op tijd af in chemische groep
19-7-2011, Bladschimmels in suikerbieten: eerst controleren dan pas spuiten
30-5-2011, Aardappelen: Coloradokevers in zetmeel- en consumptieaardappelen
27-6-2011, Aardappelen: Bestrijding van Wegedoorn- en Vuilboomluis
25-5-2011, Wintertarwe: Dosering kan omlaag voor afrijpingsziekten
25-5-2011, Prei: Bodemherbicide stuift weg, schoffelen werkt perfect in de prei
18-5-2011, Suikerbieten: verhoging dosering bodemherbiciden heeft geen zin
18-5-2011, Aardappelen: werking bodemherbiciden valt tegen door de droogte
18-5-2011, Wintertarwe: meeldauwbestrijding nog niet overal nodig
3-5-2011, Algemeen: vermijd middelen met hoge mbp in grondwaterbeschermingsgebieden
21-4-2011, Wintertarwe: bestrijding meeldauw niet altijd nodig
20-4-2011, Aardappelen: bodemherbicide niet effectief in onkruidbestrijding
18-4-2011, Boomteelt: extra zorg bij oppotten en mechanische onkruidbestrijding
7-3-2011, Algemeen: groenbemesters mechanisch onderwerken is meest effectief
Een gezonde bodem
Een gezonde bodem met een hoog organische stof gehalte heeft meer mogelijkheden om voeding, water en bestrijdingsmiddelen vast te houden. Het verhogen van de organische stof op uw percelen heeft een positief effect op de milieubelasting.
Heeft u nog ruimte in uw mestboekhouding? Laat dan compost aanvoeren voor het einde van dit jaar. In uw mestboekhouding telt stikstof in compost voor 10% mee en fosfaat voor 50%.
Of composteer uw eigen groenafval. Binnen het nieuwe activiteitenbesluit is dit vanaf januari wettelijk duidelijker geregeld.
Naast het houtig materiaal dat u vaak zelf heeft dient u hiervoor voldoende groen materiaal met een hogere stikstof waarde toe te voegen om een juiste N/K verhouding te krijgen. De juiste verhoudingen van materiaal, plus regelmatig omzetten, zorgen voor een goede aërobe afbraak. Het groen materiaal (vaak gras of riet) is te verkrijgen via een plaatselijke groenverwerker, uw gemeente of bijvoorbeeld het waterschap. Vaak ontvangt u hiervoor een vergoeding.
Zorg ervoor dat u schoon groenafval krijgt, bijvoorbeeld van slootmaaisel uit natuurgebieden. Dit om te voorkomen dat u vervuiling zoals glas, plastic en blik mee krijgt. Bij bermmaaisel moet u er tevens opletten dat hierin niet te veel natrium en chloor zit. Dat is zeker het geval na de eerste maaibeurt na een strenge winter, als veel zout op de wegen gestrooid is.
Activiteitenbesluit
Op 1 januari 2013 treedt het Activiteitenbesluit agrarische activiteiten in werking; onder de noemer: Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer. Met dit besluit worden diverse agrarische besluiten (onder andere Besluit Glastuinbouw en Lozingenbesluit Open Teelten) onder het Activiteitenbesluit gebracht.
Bedrijfscomposteren heeft binnen het activiteitenbesluit een duidelijk ander karakter dan het (tijdelijk) opslaan van bedrijfsafval. Tot en met december wordt groenafval binnen uw bedrijf als afval gezien. En moet het groenafval volgens de regels afgevoerd worden. Binnen het nieuwe activiteitenbesluit mag u uw eigen groenafval zelf composteren. Eigen groenafval composteren is mogelijk indien u zich aan enkele regels houdt, zoals:
De snijmaïsoogst is begonnen en daarmee ook de start van het zaaien van de groenbemester.
Als uw planning het toelaat, laat dan geen dag verloren gaan. Het gaat er voor u om zoveel mogelijk Effectieve Organische Stof te produceren, die daarbij tevens stikstof bindt.
Dus veel massa = veel bovengrondse delen = veel wortel massa = voldoende planten = voldoende zaaizaad.
Een goed ontwikkelde groenbemester levert u geld op!
Overige voordelen op een rijtje
Veel aardappelpercelen vertonen al een aardige afrijping van het gewas. Dit kan ook mede de oorzaak zijn van alternaria. Vaak wordt het verward met beschadiging of vlekjes (ozonschade) in een afrijpend gewas. De volgende afbeeldingen laten beide vormen zien:
Alternaria alternata links Alternaria solani rechts
Alternaria alternata treedt op na beschadigingen en groeistoornissen. Tegen Alternaria alternata helpt spuiten niet! Alternaria solani komt vooral voor in een afrijpend gewas verzwakt door stikstof-, magnesium- of mangaangebrek. Bij wisselend warm weer en enkele momenten met neerslag kan het zich snel uitbreiden. Bestrijding van Alternaria solani is goed mogelijk met 0,2 kg/ha Signum of 0,25 l/ha Amistar.
Bij gevoelige rassen (Bintje, Markies, Felsina, Ramos en Agria) kan na een interval van 2 tot 3 weken het gewas wederom preventief beschermd worden met Signum of Amistar.
De middelen kunnen gemengd verspoten worden met phytophthora middelen.
Let op: Amistar minimaal een interval van 14 dgn en max. 3 x per seizoen.
Signum heeft een interval van 14-21 dgn, max. 4 x seizoen, afwisselend met een anders werkend fungicide of bij blokbespuiting max 2 opeenvolgende met daarna minimaal 2 x een anders werkend middel (geen strobilurine).
In Limburg en Oost-Brabant is op enkele plaatsen Cercospora gevonden en een waarschuwing uitgegaan om het gewas te controleren. Gezien de natte weersomstandigheden is de verwachting dat ook in andere gebieden snel Cercospora gevonden gaat worden. Door het koele weer is er nog geen echte uitbraak geweest: Cercospora breidt het snelst uit met warm en vochtig weer.
Advies
Eerst wachten op een waarschuwing van het IRS voor uw regio. Controleer daarna uw gewas op Cercospora.
Herkenning
Cercospora heeft ronde vlekjes met een donkere (roodachtige) rand en een wit hart waarin sporen te vinden zijn (met loep). Deze zijn soms moeilijk te onderscheiden van Pseudomonas. Maar bij laatstgenoemde zijn geen sporen te zien, want het is een bacterie. Ook kan sprake zijn van Ramularia: deze schimmel maakt grillige, minder duidelijk afgelijnde vlekken.
Infectiedruk
De infectiedruk is vooral hoog als uw bieten op een perceel staan waar aangrenzend vorig jaar bieten stonden. Door de verse sporen van afgelopen jaar. Controleer daarom juist deze grensstroken. Daar vindt u een infectie het eerst.
Ook bij een vruchtwisseling van minder dan 1 op 4 is de kans op infectie groter.
Ramularia of veel meeldauw kan ook een reden zijn voor een bestrijding. Bij Pseudomonas (bacterie) heeft een bestrijding met fungicide geen zin. Let dus goed op het onderscheid en spuit niet onnodig!
Bestrijding
Meer info bij twijfel
Twijfelt u?
Neem contact op met uw Schoon Water adviseur!
Bereikbaarheid
wegens vakantie zijn niet alle adviseurs goed te bereiken
De laatste jaren zien we soms al vroeg bladvlekken in aardappelen verschijnen. Onderzoek van HLB heeft aangetoond dat lang niet alle vlekken veroorzaakt worden door Alternaria. Zelfs niet als er concentrische ringen in de vlek te zien zijn. De bladvlekken kunnen door meerdere oorzaken ontstaan:
Te vroeg spuiten tegen Alternaria kan problemen geven later in het seizoen. Door een beperkt aantal toepassingen van de specifieke middelen (Signum, Amistar).
Na de bloei worden aardappelplanten gevoeliger voor Alternaria. Vooral verzwakt loof kan in een regenperiode geïnfecteerd worden. Zorg dat uw gewas vitaal blijft waarbij voedingsstoffen voldoende beschikbaar zijn.
De kopakkers van graslanden hebben het zwaar te verduren gehad. Door de zware eerste snede en het veelvuldig berijden met
Meerdere kopakkers van graslandpercelen zijn er daardoor slecht aan toe qua dichtheid van de grasmat. De ontwikkeling van onkruid ligt op de loer: straatgras, herderstasje, muur, paardenbloem en varkensgras.
Het advies is om de grasmat weer goed dicht te laten groeien, bij bijzaaien/doorzaaien van gras onder goede vochtige omstandigheden.
Ook het systeem van werken is een punt van aandacht. Iedere band die “Het Kruispunt” van de kopakker passeert laat een “litteken” achter. Dit is kleiner onder gunstige omstandigheden en met een lage bandenspanning: < 1,0 atm.
Sleepslangsysteem
Indien toepasbaar en beschikbaar zijn meerdere veehouders erg tevreden over aanwending met een sleepslang systeem. Grote werkbreedte, relatief weinig gewicht, grote banden met juiste spanning; dus “minder litteken op het kruispunt“.
Het systeem kent wel een minimale rendabele toepassingshoeveelheid per keer van ongeveer 200 m3 (8 ha x 25m3). Wat is in uw situatie toepasbaar?
Een betere grasmat is:
Het weer was zeer grillig en ook de neerslaghoeveelheden.
Het komt nu regelmatig voor dat diepe sporen staan in maïspercelen, door de onkruidbestrijding. Loonwerkers gaan ook vooraf op percelen kijken of ze over een perceel kunnen lopen. “Als ze er over kunnen lopen kan gespoten worden.”
Op percelen die niet berijdbaar zijn moet de bespuiting worden uitgesteld. Dit is minder gunstig voor de bespuiting:
Hoger grondwater is lastig voor het berijden en slecht voor de ontwikkeling van de maïs. Hier en daar zijn planten pleksgewijs niet opgekomen, door verrotting van zaad en gestoorde groei door koude grond.
Verlies aan droge stof opbrengst door natte plekken betekent: meer prijzig ruwvoer aankopen.
10% opbrengstderving = 5 ton maïs = 50 € / ton aanvoer per as op het erf geleverd = € 250,--/ha
Bij jaarkosten drainage en/of egaliseren (6,0%) => mag de maximale investering € 4160,--/ha zijn.
Los het probleem op: egaliseren en/of draineren; maak een plan en planning.
Een beter gewas is meer arbeidsvreugde.
Blijf Terbutylazin vermijden
Terbutylazin vormt al jaren een probleemstof voor de bereiding van drinkwater uit oppervlaktewater. Dit wordt helaas niet minder. Ook voor het grondwater vormt de stof – die makkelijk uitspoelt – een probleem. Daarom blijven wij u als Schoon Water deelnemer vragen de stof zo weinig mogelijk in te zetten.
Terbutylazin zit onder andere in
Let op voldoende aanvoer organisch stof
Organische stof is een essentieel onderdeel in de grond. Een hoger organisch stof gehalte betekent:
Sinds vorige week heeft perfection een tijdelijke toelating gekregen in zilveruien, eerstejaars plantuien, knolselderij, witlof(pennenteelt), wortelen en koolraap. De toelating heeft vooral een meerwaarde in wortelen ter bestrijding van de wortelvlieg. In knollen heeft het alleen een toelating tegen wantsen. De toelating heeft wel een aantal toepassingsvoorwaarden:
Let ook op of een bespuiting tegen wortelvlieg echt nodig is! Via waarnemingen op plakvallen hoeft pas een bestrijding uitgevoerd te worden, wanneer onderstaande schadedrempels overschreden worden.
Volg dus het advies op van de Groene Vlieg. En neem bij twijfel gerust contact op met uw Schoon Water adviseur.
Schadedrempels
in aantal vliegen per val per week bij vliegenvangst op onderkant van een draaiende val.
Er zijn veel soorten schildluizen. Ook dopluizen behoren tot de schildluizen.
De gewone dopluis is de meest voorkomende in de boomteelt. Momenteel is deze dopluis aan het opzwellen vanwege de eieren die eronder aan het groeien zijn. Wij verwachten dat de jonge larve komende week uitkomen.
De lange wollige dopluis is een andere soort waarbij de eieren niet onder het schildje maar in een lange kleverige witte draad achter het schildje afgezet worden. De jongen hiervan zijn al aanwezig.
Eén of twee goede bespuitingen met 50 ml Movento per 100 liter water, waarbij u 1.000 liter spuitvloeistof per ha spuit, geeft een goed en langdurig resultaat. Movento werkt systemisch en moet dus eerst door de plant opgenomen worden om zijn werking te kunnen doen. Momenteel is het gewas zacht door de regen waardoor de opname goed kan zijn. Meng geen middelen aan Movento toe ivm kans op gewasschade. Tijdige inzet van Movento heeft voorkeur omdat dit middel niet schadelijk is voor sluipwespen, die een natuurlijke vijand vormen van (schild)luizen.
Zijn de jonge dopluizen echter al onder het schild vandaan? Dan moet u met andere middelen aan de gang. Heeft u een gewas waarin ook kans is op spint, kies dan voor 40 ml Envidor per 100 liter (niet op bloeiende gewassen). Als er in uw gewas meer kans is op taxuskever, kies dan voor 25 ml Calypso per 100 liter. Voeg in beide gevallen een uitvloeier toe en zorg ervoor dat u de plant volledig raakt.
Nakiemers suikerbieten bestrijden voor sluiten van het gewas
In veel percelen suikerbieten die nog niet gesloten zijn staan nakiemers van vooral melganzevoet en in mindere mate zwarte nachtschade. Deze zijn eenvoudig te bestrijden met een combinatie van contactmiddelen, bijvoorbeeld:
1 ltr Betanal + 0,7 Goltix + 0,5 ethofumesaat (Tramat) + 1 ltr olie.
Toevoegen van Dual heeft weinig zin voor de contactwerking op deze onkruiden. Onder droge omstandigheden is het zelfs beter een schoffelbewerking uit te voeren. Hiermee worden onkruiden die verscholen zijn onder het bietenblad beter bestreden. Met het huidige regenweer is dit echter niet te realiseren. Voer een bespuiting uit met voldoende druk, om ook zoveel mogelijk onkruiden onderin het gewas te raken.
Momenteel is de ziektedruk ondanks de neerslag laag. Door weinige ziektehaarden en lagere temperaturen van afgelopen week. Een regelmatige bescherming tussen de 6-7 dagen is belangrijk. Vanwege de snelle groei van het bladapparaat van de aardappelen. Benut vooral ook de spuitbare momenten. Na grote hoeveelheden neerslag het interval 1 dag verkorten.
Voor het veelgebruikte middel Shirlan zijn afgelopen jaren verbeterde vervangers gekomen, ook met een lage milieubelasting, zoals:
Revus (max 6x), Ranman (max 6x), Infinito (max. 6,4 ltr) en Orvego (max 4x).
Maakt u nog geen gebruik van een phytophthora beslissingsondersteunend systeem (bijvoorbeeld Prophy van Opticrop, Dacom)?
Overweeg dan de aanschaf. Veel telers werken al met de systemen en besparen op de middelenkosten. Zonder dat het risico op aantasting toeneemt. Bespreek aanschaf en gebruik met uw Schoon Water adviseur.
De voederwinning is er dit jaar zeker niet een volgens het boekje. Het merendeel van de percelen is 2 tot 3 weken later gemaaid of moet zelfs nog gemaaid worden.
Een zware snede van 4000 tot 4500 kg ds/ha geeft een forse hergroei vertraging en meer kans op een open zode.
Om de botanische samenstelling en de dichtheid van de grasmat weer goed te doen herstellen/uitstoelen heeft beweiden van de 2de snede van een lichte opbrengst van 1000 tot 1500 kg ds/ha na een zware snede de voorkeur. Onkruid straatgras en kweek hebben dan minder een kans te ontwikkelen.
Daarnaast zijn er meer dan gepland voedingstoffen onttrokken door de hogere opbrengst. Dit betekent een extra onttrekking van 20 kg N/ha 9 kg P2O5/ha en 35 kg K2O/ha = gelijk aan 7 m³ RDM/ha; Deze moet wel extra bemest worden boven de reguliere gewas behoefte. De 2de snede in een wat jonger staduim maaien geeft meer zekerheid dat de grasmat ook beter hersteld en dicht loopt.
Rij-werkzaamheden bij voorkeur uitvoeren over een droge toplaag (met name op klei)als er namelijk sterk zonnig weer op volgt heeft deze stoppel moeite te herstellen. Banden spanning lager dan < 1,0 atm.; vochtige grond is gevoelig.
Uw extra aandacht betaald zich terug in een betere graszode en geen/minder onkruid ontwikkeling (en schoner water).
Binnen nu en enkele weken kunt u de randen maaien /klepelen en dan mogelijk 6 weken later nog een keer mits het gewas het toelaat.
Indien er geen grote gras en /of riet ontwikkeling is kan ook pleksgewijs met rugspuit de schadelijke onkruiden bestreden worden.
Met name bij haagwinde is de rand van het perceel de plek die de besmetting op een perceel in stand houd.
Beter een paar planten in de rand preventief bestrijden dan jaarlijks meer middel op het gehele perceel gebruiken dan noodzakelijk (meer kosten, meer groeiremming en meer milieubelasting van het water).
VAN BUITEN NAAR BINNEN WERKEN = ALLES SCHOON.
Er zijn zeer grote regionale verschillen dit jaar als gevolg van een zeer grillig neerslagpatroon.
Op diverse percelen heeft de vroeg gezaaide mais 4 blaadjes en kan de bespuiting plaatsvinden. Omstandigheden zijn gunstig:
Op veel percelen komen de aardappelen boven. Start met de phytophthorabestrijding als de aardappelen 10 tot 15 cm groot zijn. Zorg ervoor dat het gewas beschermd wordt voordat er een regenperiode aankomt.
Spuit echter niet volgens de ‘kalender’, maar bekijk steeds kritisch of een bespuiting kan worden uitgesteld. Bij een enkele infectieuze dag, gevolgd door dagen met veel zonlicht krijgt de schimmel nog weinig kansen. Hier kunnen dan ruimere intervallen aangehouden worden. Raadpleeg hiervoor bijvoorbeeld www.alphi.nl. Hier kan op een eenvoudige manier geheel kosteloos een phytophthora waarschuwingssysteem geraadpleegd worden. Doe hier uw voordeel mee!
In de eerste periode vanaf opkomst hebben dan o.a. de middelen 0,6 l/ha Revus en 0,8 l/ha Orvego een goede plaats. Dit zijn midden met een curatieve werking en een goede preventieve werking. De aandroogtijd van deze middelen bedraagt 0,5 tot 1 uur en de regenvastheid is goed. Mancozebhoudende middelen zoals Curzate, Valbon en Acrobat DF hebben een hogere milieubelasting voor grondwater en zijn daarom niet gewenst. Deze zijn ook duidelijk minder regenvast en hebben een beduidend langere aandroogtijd.
Wachten met maisbespuitingen
Momenteel zijn de temperaturen erg laag, hierdoor staat de mais erg geel. Wacht met spuiten tot de mais door hogere temperaturen weer een groene kleur heeft. De eerste bespuitingen kunnen uitgevoerd worden vanaf 3-bladstadium. Ook bij grote verschillen tussen dag- en nachttemperatuur ontstaat gemakkelijk spuitschade.
Bij toepassing van LDS in 2 bespuitingen kan een eerste bespuiting al plaatsvinden vanaf 2 blad. Maar ook dan pas bij een gezonde groene kleur.
Vermijd middelen met een hoge mbp in waterwingebieden
Enkele middelen hebben zeer hoge mbp’s en zijn daarom niet wenselijk in de waterwingebieden. Het zijn vooral middelen die terbutylazin bevatten, zoals:
Er zijn voldoende alternatieve combinaties met een goede werking, zoals:
0,7 Samson
+
0,7 Dual of 0,8 Frontier
+
1,5 Laudis of 0,7 Callisto of 0,2 Clio
+
0,5 Kart of 0,25 Starane
Bij het begin van de gewasstrekking wordt veelvuldig een ziektebestrijding uitgevoerd. Uit meerjarig onderzoek blijkt dit lang niet alle jaren rendabel te zijn. Het gaat hierbij vooral om Septoria Tritice. Momenteel komt nog weinig Septoria voor, ondanks de vochtige maar koude omstandigheden. Verder kan gele roest en meeldauw voorkomen (vooral lichte grond). Wanneer Septoria of meeldauw naar de hogere bladeren uitbreid is een bespuiting noodzakelijk. Bij gele roest dient bij waarneming direct een bespuiting uitgevoerd te worden. De gevoeligheid voor ziekten is mede afhankelijk van het ras. In een gezond gewas preventief spuiten brengt alleen extra kosten met zich mee. Tabasco en Julius zijn weinig gevoelig. Tataros is vooral gevoelig voor Septoria en meeldauw.
Goede middelen tegen Septoria en gele roest zijn Opus Team (1-1,5 ltr), Venture (1-1,5 ltr). Skyway Xpro en Aviator Xpro zijn ook goed tegen meeldauw, maar scoren slechter in mbp’s voor oppervlaktewater. Voor specifiek meeldauw kan ook Corbel (1 ltr) of Mildin (0,75 ltr) ingezet worden. Vermijd middelen als Alegro (Plus) of Fandango, deze zijn slechter voor het grondwater of oppervlaktewater.
In Limburg is de aspergevlieg alweer geconstateerd. Door de enkele warme dag van de afgelopen weken zijn de poppen al uitgekomen en zijn de vliegen actief.
Er zijn al percelen waar de oogst is beëindigd. Daarnaast is ook de nieuwe aanplant gevoelig voor aspergevlieg. Ken daarom de geschiedenis van het perceel en de omgeving!
Ingrijpen met Deltamethrin, soms meerdere malen is noodzakelijk. Er is helaas geen alternatief middel voorhanden. Controleer uw percelen goed. Alleen bij het vinden van de vliegen is een bestrijding aan de orde. Als u vliegen vindt en gaat bestrijden, let dan extra op het waterleven. Deltamethrin is zeer giftig voor vissen, dus houdt ruim afstand van watervoerende sloten.
Er zijn ook al een aantal kevers gevonden, maar die leveren nu nog beduidend minder schade op.
Kennismaken met de Beetle Eater?
Eerder heeft u via Schoon Water kennis kunnen maken met de Beetle Eater. Aspergeteler Johan Bax zet deze machine al 4 jaar in tegen kevers. Hij haalt met deze niet-chemisch methode betere resultaten als met deltamethrin! Wilt u zelf wel eens proefdraaien met de Beetle Eater, laten het ons weten!
Met eggen bespaart u op gewasbeschermingsmiddelen. Goed voor uw portemonnee en voor schoon water.
Er is al flink aangeplant maar door de kou zijn weer doorkomende stengels afgevroren.
Zorg dat er voldoende grond op de planten ligt om vorstschade te voorkomen.
Gebruik een cultivator of frees om grond de geulen in te rijden. Stengels blijven dan langer bedekt met grond waardoor de kans op beschadiging door vorst afneemt. Door de frees of cultivator wordt ook onkruid ondergewerkt. Als dit op tijd gebeurt wordt het kleine onkruid geheel bedekt. Na te lang wachten lukt het niet meer en krijgt onkruid de kans om weer door te groeien.
Mechanische onkruidbestrijding is veel beter dan chemisch ingrijpen bij net geplante percelen!
Het is alleen zinvol om een knolbehandling bij consumptieaardappelen uit te voeren als daadwerkelijk rhizoctonia op de knollen zit.
Is het pootgoed aangetast met rhizoctonia? Dan is het zinvol om de knollen voor het poten te behandelen. Zeker bij vroeg poten in koude grond, kan Rhizoctonia op de pootgoedknol zorgen voor:
In de praktijk wordt vaak gekozen voor een poederapparaat op de aardappelpoter. Hier wordt 2 kg/ton Moncereen droogontsmetter of 1,5 kg/ton Symphonie voor gebruikt. Symphonie is alleen toegelaten voor consumptieteelt en NIET toegelaten in grondwaterbeschermingsgebieden. Zowel Moncereen als Symphonie scoren laag in milieubelastingspunten voor grondwater bij een normaal organisch stofgehalte. (Bij een organisch stof percentage minder dan 1,5% scoort Symphonie net als Monarch wel hoog!)
In 2012 gaan we bij enkele telers ervaring opdoen met bacteriepreparaat Proradix Agro. Dit is een plantversterker, toegediend tijdens het poten. Hierdoor zou de weerstand van de plant tegen bijvoorbeeld rhizoctonia moeten toenemen. In 2012 bekijken we het perceel waar dit middel is toegepast.
Afgelopen weekeinde heeft het op sommige plaatsen nog tot minus 7 graden gevroren aan de grond. Niet goed voor uw zojuist uitgeplante kasplantjes. Ook de komende week is lokaal kans op nachtvorst. Dek dus de prei nog af, zeker de plantjes die net geplant worden en/of zijn. De heel jonge preiplantjes net uit de kas kunnen nog heel weinig hebben.
Stel bovendien zo mogelijk de chemische onkruidbestrijding uit tot de weersvoorspellingen beter worden. Sla tegen die tijd de bedekking weer terug om te spuiten. Het spuitresultaat is bijna altijd beter als de grond weer wat meer aangesloten ligt, dan op losse grond waar net geplant is.
De rugspuit is een veelgebruikt hulpmiddel voor pleksgewijze onkruidbestrijding, het bijhouden van de kanten en het erf. Het seizoen gaat weer beginnen, dus de rugspuit wordt binnenkort weer uit de kast gehaald. Lees hieronder enkele tips voor het gebruik van de rugspuit.
Onkruid in de teeltvrije zone
De teeltvrije zone verschilt per gewas. Het kan dus voorkomen dat bijvoorbeeld het ene jaar de teeltvrije zone 1,5 meter is, en het jaar erna 0,5 meter. In die buitenste meter van het gewas is het zaak de wortelonkruiden pleksgewijs goed te bestrijden – op een driftarme manier. De rugspuit is hiervoor het aangewezen hulpmiddel.
Drukregelaar en filters
Bij veel rugspuiten is het erg moeilijk de druk te regelen en constant te houden. Zo’n 1,5 á 2 bar is optimaal om effectief te spuiten! Bij een hogere druk wordt de nevel fijner en is er dus meer drift. Bovendien komt het middel niet op de plek waar je het wilt hebben: op het onkruid. Hier bestaat een accessoire voor: de drukregelaar. De drukregelaar laat alleen een bepaalde druk door en zorgt er zo dus voor dat de afgifte een constante druk heeft. Ook zeer effectief tegen nadruppen.
Wist u trouwens dat er een filtertje in de slang zit? Draai hem eens open en maak het filter schoon. Dat geeft direct een beter spuitbeeld.
Pas op voor overdosering!
Hoe ging het doseren ook al weer in zijn werk? “Ok, ik heb 15 liter water in de rugspuit, hier doe ik x ml middel bij. Ach, de flacon is bijna leeg, hup, ook erbij, is die tenminste leeg.” Of: “Het onkruid ziet er groot en sterk uit dit jaar, ik doe maar een beetje extra.” Herkenbaar?
Een hogere dosering betekent NIET dat het middel beter werkt. Zeker bij systemische middelen werkt overdosering averechts. Het risico hiervan is namelijk dat de bovengrondse delen van het onkruid heel snel verbranden en afsterven, voordat het middel is opgenomen en getransporteerd naar de wortels. Het gevolg is dat de wortels overleven en het onkruid terug groeit!
Vervanger van de rugspuit?
Een veelbelovende techniek is de LVS lans (laagvolume strooilans). De LVS lans werkt namelijk niet met een spuitdop, maar met een strooischijf. Deze schijf produceert zeer uniforme, vrij grove druppels. Door het ontbreken van fijne driftgevoelige en te grove druppels zijn de verliezen laag en kan met een minimale hoeveelheid water het middel egaal over het onkruid verdeeld worden. Met deze techniek is slechts 10 tot 30 liter per hectare (volveld) nodig. Door de optimale bedekking kan er tot ruim 50% bespaard worden op het middel. Enkele Schoon Water telers werken reeds met deze techniek.
Wilt u meer weten over een drukregelaar voor uw rugspuit, of de LVS techniek? Neem dan contact op met uw Schoon Water adviseur.
Het mooie voorjaarsweer nodigt uit voor de voorjaarswerkzaamheden. Ook de eerste spuitwerkzaamheden van het jaar zijn alweer begonnen in een aantal gewassen. Naast goede weersomstandigheden is ook de kwaliteit van het spuitwater van belang voor een effectieve bespuiting.
Analyseren spuitwater
Een hoge pH (>9) en hard water (ºDH>20) kunnen een negatieve invloed hebben op de werking van gewasbeschermingsmiddelen. Water uit een bassin is zacht, maar kan bij hoge temperaturen (in de zomer) een hoge pH hebben. Dit wordt veroorzaakt door algengroei. Gebruik van bron- of leidingwater met een hoge hardheid wordt afgeraden. Laat bij twijfel het spuitwater vooraf analyseren of vraag bij het waterleidingbedrijf de hardheid op.
Let op met toevoegmiddelen
Toevoegmiddelen hebben alleen zin als het door de fabrikant van het gewasbeschermingsmiddel wordt aangeraden, of als u geen goede kwaliteit spuitwater ter beschikking heeft. Aan het gebruik van hulpstoffen kunnen overigens ook nadelen verbonden zijn. Zo bestaat soms een grotere kans op gewasschade bij toevoeging van hulpstoffen aan herbiciden, of juist een verminderde werking van het gewasbeschermingsmiddel.
Let dus op de kwaliteit van uw spuitwater voor een effectieve bespuiting. En voorkom een herhalingsbespuiting vanwege een slecht spuitresultaat. Dit beperkt ook het risico van middelen voor het grond- en oppervlaktewater.
Op dit moment wordt hard gewerkt op het land. We zien ook dat groenbemesters snel doorgroeien.
Om in de teelt geen last te hebben van groenbemesteropslag is het nu zaak deze onder te werken met machines.
U kunt verschillende schijveneggen gebruiken, een schijvencultivator, een frees, een spitmachine en/of een klepelmaaier.
Doodspuiten met glyfosaat (Roundup) is ongewenst, zeker in de Schoon Water grondwaterbeschermingsgebieden.
Twijfelt u over mechanisch onderwerken? Neem dan contact op met uw Schoon Water adviseur van DLV. Samen kunt u dan een keus maken om de groenbemester op een grondwatervriendelijke manier onder te werken.
Nu de temperatuur weer boven het vriespunt uitkomt en de sneeuw weg is kunt u een bespuiting met Chloor IPC uitvoeren. Indien u Chloor IPC mengt met Kerb pakt u ook het bestaande straatgras goed mee.
In het verleden werd 4 liter Chloor-IPC per ha gespoten. De wettelijke dosering is echter aangepast. Volgens het huidige etiket mag u niet meer dan 2 liter per ha spuiten. Bij onvoldoende werking mag u dit na 5 tot 10 dagen wel herhalen. Uit proeven blijkt dat de werking van twee keer 2 l/ha iets beter is dan vroeger met één keer 4 l/ha.
Voeg 1,5 tot 2 kg Kerb toe als er veel straatgras staat. Dit versterkt ook de werking op andere onkruiden.
Spuit bij vorstvrij weer. Het kan wel enige tijd duren voordat u effect van de middelen ziet.
Onkruiden die nu aanwezig zijn en niet met Kerb te bestrijden zijn kunt u het beste mechanisch verwijderen. Of eventueel met een kappenspuit en een middel dat het betreffende onkruid aanpakt. Kerb werkt bijvoorbeeld niet op akkerviooltje, dovenetel, kamillesoorten en andere. Voor een compleet overzicht raadpleeg de gevoeligheidstabel van onkruiden voor Kerb.
Op deze manier start u het voorjaar met een schoon perceel. Dit geeft u een lastenverlichting in de periode waarin u het druk heeft met rooien en planten.
Chloor-IPC en Kerb geven als bodemherbicide daarnaast ook minder milieubelasting voor het grondwater dan bijvoorbeeld een bespuiting met Linuron in het voorjaar.
De subsidie voor Investeringen in landbouwapparatuur met GPS is nog tot 31 januari beschikbaar.
Bij Investeringen in landbouwapparatuur met GPS gaat het om een subsidie voor akkerbouwers die GPS-techniek willen toepassen op hun landbouwwerktuig.
Met spuit- en schoffelapparatuur die wordt gestuurd met behulp van GPS bespaart u flink op gewasbeschermingsmiddel. Goed voor schoon water én voor uw portemonnee.
Hoe aanvragen
Meer informatie en voorwaarden vindt u op het digitale loket van Dienst Regelingen: www.drloket.nl.
Aanvragen doet u via ‘Mijn Dossier’. Ga naar 'Mijn dossier' en log in. Kies in het tabblad Opgeven & aanvragen voor het onderdeel Subsidie aanvragen. Daar vindt u het formulier. Bekijk van tevoren al welke bijlagen u moet meesturen. Welke dit zijn leest u onderaan de aanvraagpagina van drloket.
Indien u uw spuitapparatuur nog niet gereinigd en vorstvrij gestald heeft is dit een mooi moment om dit alsnog te doen.
Reinig de tank, pomp, leidingen en doppen grondig met bijvoorbeeld Primaclean. Deze oplossing moet gedurende 20 minuten rondgepompt worden terwijl men de doppen af en toe laat spuiten. Draai filters en doppen zonodig los bij het aftappen. Reinig ze en spoel ze na. Zorg bij het schoonmaken van de veldspuit en de doppen dat het reinigingswater niet geloosd wordt op het oppervlaktewater, riool, slibvanger of op één punt in het land! Diffuus verdelen over het land of opvangen in een tank of biofilter zijn mogelijkheden.
Voor een effectieve bespuiting is het belangrijk dat spuitdoppen de juiste hoeveelheid middel afgeven. Verstopte doppen zorgen voor een te lage afgifte, waardoor de effectiviteit van de bespuiting omlaag gaat. Dit geldt vooral bij het toepassen van lage doseringen in de onkruidbestrijding. Controleer het spuitbeeld bij de juiste hoogte van de spuitboom. Zorg ook dat de juiste driftreducerende doppen op de spuit aanwezig zijn. Voor een bodemherbicide zoals Linuron heeft u 90% driftreducerende doppen nodig. Bijvoorbeeld de Agrotop Airmix AM 11004 en de Teejet AIXR 11004 voldoen hieraan. Voor Chloor-IPC heeft u minimaal 50% driftreducerende doppen nodig. De genoemde doppen voldoen daar uiteraard ook aan.
Ook voor Schoon Water is zowel een schone spuit als het gebruik van de juiste doppen van belang.
Het winterklaar maken van de veldspuit is ook een goed moment om de spuitpomp en het olieniveau daarvan te controleren. Bekijk ook alvast of uw veldspuit weer toe is aan de driejaarlijkse SKL keuring. Als dit zo is, maak dan tijdig een afspraak zodat u met een schone en gekeurde spuitmachine het nieuwe seizoen in gaat.
Wij wensen u prettige feestdagen!
Het lijkt koud genoeg om met Chloor-IPC te spuiten. Toch is het raadzaam om dit nu nog niet te doen. Veel gewassen en vooral coniferen zijn nog niet genoeg afgehard. Onkruid dat nu tussen de planten staat groeit traag en geeft weinig tot geen schade aan de planten. Een bespuiting vroeg in de winter zorgt ervoor dat je aan het einde van de winter nogmaals moet spuiten. Als spuiten toch nodig is, wacht dan tot januari, februari met de Chloor-IPC bespuiting.
Spuit je in januari/februari met Chloor-IPC? Voeg dan voor het bestaande onkruid Kerb toe. Voor een start van het voorjaar met een schoon perceel. Bij zandgronden (doorgaans met een laag gehalte organische stof) is een dosering van 2 liter Chloor-IPC plus 1,5 kg Kerb per ha voldoende.
Onkruiden die nu aanwezig zijn en niet met Kerb te bestrijden, kunnen het beste mechanisch verwijderd worden. Eventueel met een kappenspuit en een middel dat het betreffende onkruid aanpakt. Let op: Kerb werkt bijvoorbeeld niet op akkerviooltje, dovenetel, kamillesoorten en andere. Voor een compleet overzicht raadpleeg de gevoeligheidstabel van onkruiden voor Kerb.
Kerb en Chloor-IPC hebben beiden een lage milieubelasting voor het grondwater.
Gebruik Basta en Finale liever niet, deze hebben beide een hoge milieubelasting. Roundup daarentegen kan wel gebruikt worden.
Het spuitseizoen zit erop. Veel loonwerkers en zelfspuiters maken de spuit winterklaar. Naast het zichtbare vuil zitten er ook (onzichtbare) resten van gewasbeschermingsmiddelen op de spuit. En dit leidt tot flinke vervuiling van het oppervlaktewater leiden, als het schoonmaken niet correct gebeurt. Echter, dit is eenvoudig te voorkomen!
Als het waswater van het schoonmaken van de buitenkant van de spuit in het oppervlaktewater terecht komt, kan dit leiden tot een flinke overschrijding van de emissienorm. Dit voorkomt u door de spuit op het perceel te reinigen. Op een ruime afstand van de sloot: minimaal 5 meter.
Reinigt u de spuit op het erf? Vang dan het waswater op. De olieafscheider op de spuitplaats haalt de middelen niet uit het water. Ook in de rioolwaterzuivering gebeurt dit niet.
Het waswater kan wel op het perceel worden uitgereden. En er bestaan er diverse zuiveringssystemen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan een biofilter of een Phytobac.
Het voordeel van het nauwkeurig schoonmaken van de spuit is meer dan alleen milieuvoordeel. Het is ook belangrijk voor het behoud van het middelenpakket.
Kijk op www.schonemaas.org voor:
Vollegrond
Laat deze periode de percelen bemonsteren die u komend voorjaar gaat inplanten. Kijk in deze analyse niet alleen naar de hoofdelementen NPK en Magnesium maar bekijk ook goed of u moet bekalken en hoeveel organische stof u aan moet voeren.
Een goede organische stof balans is belangrijk. Hoe meer organische stof in de grond, hoe hoger de CEC (Cation Exchange Capacity) waarde. Hiermee vergroot je de bufferende waarde van de grond. Tevens levert organische stof stikstof over een lange periode waardoor deze minder uitspoelt dan stikstof uit bijvoorbeeld kunstmest. Indien u nog ruimte heeft in uw bemestingsplan laat dan nog dit jaar compost komen om de organische stof te verhogen.
Naast het feit dat organische stof ervoor zorgt dat voedingsstoffen gebufferd zijn, zorgt het ook voor een goed bodemleven. Deze combinatie van een gezond bodemleven en bufferende werking zorgt voor minder ziektedruk en voor een betere afbraak van bestrijdingsmiddelen in de grond. Bijvoorbeeld Linuron geeft bij meer dan 3% organische stof in de grond minder milieubelasting voor het grondwater daar waar het bij een lager organisch stof gehalte en een najaarsbespuiting al snel 160 milieubelastingspunten geeft. Bestrijdingsmiddelen die in de bodem afgebroken worden, kunnen uiteraard niet richting het grondwater uitspoelen!
Verreken de organische stof aanvoer en bekalking in uw mestboekhouding en in uw bemestingsplan voor komend jaar.
Op veel percelen wordt momenteel een kroezige groei in de toppen van Buxus waargenomen. Deze kroezige toppen worden veroorzaakt door de Buxustopmijt.
De mijten zitten in de groeipunten. Als de Buxus voor volgend groeiseizoen gesnoeid wordt is een chemische bestrijding nu niet nodig. Wilt u toch een bestrijding uitvoeren? Let dan op de milieubelasting, zie hieronder.
Milieubelasting
Voor diverse middelen is een toepassing in het najaar/winter meer milieubelastend dan een toepassing in de zomer. Ook het organisch stofgehalte maakt verschil uit. Bij een laag organisch stof gehalte zijn diverse middelen meer belastend voor het grondwater dan bij een hoger organische stof gehalte in de bodem.
Envidor is daar een voorbeeld van. Nu (in het najaar) geeft één bespuiting 480! mbp bij gronden met normaal organische stof gehalte. Dit past niet binnen de Schoon Water werkwijze. Vertimec Gold, Milbeknock en Scelta geven 0 mbp naar het grondwater in dezelfde situatie.
Opvallend is dat ook op percelen waar regelmatig met Vertimec Gold of Milbeknock (beide uit dezelfde chemische groep) gespoten is tegen spint, toch topmijt aanwezig is. Ons advies is in die gevallen met een middel uit een andere chemische groep te spuiten. Envidor heeft zich in het verleden tegen Buxustopmijt bewezen. Maar hoogstwaarschijnlijk werkt het nieuwe middel Scelta in een dosering van 100 ml per 100 liter water hier ook goed tegen. Voeg in alle gevallen een uitvloeier toe.
Buxustopmijt chemisch bestrijden is bij snoeien niet nodig, u bespaart hiermee het milieu en uw portemonnee!
Bekijk nu de nieuwste Schoon Water films (2 x 6 minuten) en doe vast inspiratie op voor het nieuwe seizoen!
Uw eerste prioriteit is nu de oogst veilig van het land te halen. Maar daarna gaat u plannen maken voor het volgende seizoen
Bekijk de films "Nieuwste emissiereducerende spuittechnieken" en "Nieuwste technieken mechanische onkruidbestrijding" op de filmpagina.
Met per techniek:
Door de vele zware regenbuien van de afgelopen weken is de bovengrond vaak dichtgeslagen. Deze kan op het moment van opdrogen erg hard worden. Een ongunstige situatie, omdat dan met name papiervlekkenziekte sterk kan komen opzetten.
Maak de toplaag weer los, door schoffelen of bewerking met een cultivator. Deze week zou dit een keer mogelijk moeten zijn, gezien de weersvoorspellingen. Liever schimmelziekten voorkomen dan chemisch ingrijpen!
Ook dit jaar ligt knolaantasting door Phytophthora flink op de loer! Er is een flink risico op het inspoelen van de sporen. Door de combinatie van sluimerende, maar wel aanwezige bladaantasting en de wisselvallige weersomstandigheden.
Blijf streven naar een zo goed mogelijke knolbescherming via Ranman (6x) of Shirlan. Beide hebben een goede regenvastheid en zijn goede knolbeschermers. Ze hebben bovendien 0 mbp voor grondwater. Kies bij gewassen met nog vitaal loof en/of een lichte aantasting van phytophthora voor 1,6 l/ha Infinito. Deze toelating heeft een maximum van 6,4 ltr/ha per seizoen. Infinito is in deze situatie het beste middel tegen phytopthora met de minste belasting van het grondwater (50 mbp/ha).
Vooral in nog redelijk groene gewassen is bij de huidige infectieuze omstandigheden een interval van circa 7 dagen te lang. Al vanaf de 5e dag moet u weer beoordelen of een nieuwe toepassing nodig is.
Alhoewel het regelmatig regent, zitten er ook flinke droge perioden tussen de buien. Waardoor het gewas vaak weer helemaal droog is. Dit verlaagt de infectiekans.
Aan het einde van de week wordt weer een hogere schimmelinfectiekans verwacht. De schimmelinfectie is, los van de weersomstandigheden, ook sterk afhankelijk van de stand van het gewas. Houdt dan ook rekening met de leeftijd en de zwaarte van het loof bij een beslissing om een schimmelbestrijding in te zetten.
In de loop van groeiseizoen is het middel Buttress toegelaten. Het is een systemisch contactherbicide. Actieve stof is 2,4 DB met 400 gr/liter. Bij opname door de plant wordt de stof omgezet in het actievere 2,4-D. Hierdoor heeft het middel een trage werking.
Het verschil in omzetting naar 2,4-D tussen plantensoorten bepaalt de selectiviteit. Klaver en luzerne zetten maar zeer beperkt om in 2,4-D. dus het middel kan veilig in deze gewassen worden toegepast. Bij watervoerende sloten toepassing van 90% driftreducerende doppen verplicht.
Het middel heeft een brede werking. Maar op graslandspecifieke onkruiden (zoals Muur, Paardenbloem en Zuring) geen uitgesproken sterke werking. Om de werking te verbreden kan 1,5 ltr Basagran (alleen zinvol bij klaver in grasland) of 1 ltr MCPA (tegen paardenbloem, herderstasje en boterbloem) worden toegevoegd.
Let op! MCPA heeft een hoge belasting op het grondwater. Gebruik MCPA alleen bij groeizaam weer, dan kan met een lagere dosering gewerkt worden.
De kosten van een volleveldsbespuiting zijn veelal minimaal 27 € per ha.
Tegen ridderzuring kan ook heel goed een pleksgewijze behandeling plaatsvinden, omdat maar enkele planten in het perceel staan.
Toepasbare middelen voor ridderzuring:
Bij het gebruik van een rugspuit zijn de middelkosten laag. En zijn er weinig milieubelastingspunten. Mecoprop zeker niet volvelds inzetten. Het geeft zowel een duidelijke groeiremming als een aanzienlijk belasting van het grondwater.
Bij spuiten met de rugspuit is arbeid fysiek en financieel de grootste kostenpost. Bij een beperkt aantal planten blijkt het goed uitvoerbaar.
Resistentie meeldauw
Bij echte meeldauw is afwisseling in verband met resistentie een aandachtspunt. Ortiva, Kenbyo en Flint behoren tot de chemische groep van de strobilurinen. Deze middelen werken vooral preventief. De kans op resistentie tegen strobilurinen is vrij groot.
Ook Exact Plus, Folicur, en Baycor Flow behoren allen tot eenzelfde groep: EBR’s. Schakel na 2 tot 3 bespuitingen met een middel uit deze groep over op het curatieve Nimrod. Of bij een beginnende aantasting op Frupica. Deze middelen behoren beiden tot een andere chemische groep. Preventief kan ook gespoten worden met spuitzwavel. De kans op resistentie tegen spuitzwavel is laag.
Beperk het gebruik van Nimrod op gronden met een organisch stofgehalten onder de 3%. Op gronden met een laag o.s. gehalte geeft Nimrod een hoge belasting voor het grondwater. Kenbyo geeft te allen tijde een te hoge milieubelasting voor het grondwater. Gebruik dus liever Flint of Ortiva. Dit is nog goedkoper ook!
In het zuiden is op enkele plaatsen Cercospora gevonden.
De weersomstandigheden zijn afgelopen week vrij gunstig geweest voor infectie, maar door het koele weer valt het aantal gevonden percelen nog mee. Cercospora breidt het snelst uit met warm en vochtig weer. We adviseren daarom niet direct een bespuiting uit te voeren maar uw gewas wel te controleren. Vooral als uw bieten op een perceel staan waar aangrenzend vorig jaar bieten stonden is de infectiedruk hoog door de verse sporen van afgelopen jaar. Controleer daarom juist op deze grensstroken, daar vindt u een infectie het eerst. Ook bij een vruchtwisseling van minder dan 1 op 4 is de kans op infectie groter.
Ramularia of veel meeldauw kan ook een reden zijn voor een bestrijding. Let goed op het onderscheid: Cercospora heeft ronde vlekjes met een donkere (roodachtige) rand met een wit hart waarin sporen te vinden zijn (met loep), Ramularia maakt grillige vlekken.
Bestrijding is mogelijk met 1 ltr Opus Team, 0,4 ltr Score (werkt niet op meeldauw), 0,25-0,35 ltr Sphere of 1 ltr Spyrale. Het middel Allegro wordt sterk afgeraden vanwege de hoge milieubelasting en het is bovendien veel duurder. Wanneer de bestrijding nog uitgesteld kan worden tot in augustus kunt u mogelijk ook met 1 bespuiting toe. De kosten bedragen ca. 30 euro/ha per keer. Spuit op een droog gewas. De aandroogtijd is ca. 1 uur.Bijen en hommels vliegen graag in bloeiende gewassen en op bloeiende onkruiden Ook worden granen en aardappelen actief bezocht als er honingdauw aanwezig is die door luizen zijn afgescheiden.
In zulke situaties wordt geadviseerd om gewasbeschermingsmiddelen, die niet gevaarlijk zijn voor bijen en hommels, om bij voorkeur ’s avond te behandelen. De bijen zijn dan niet meer actief in het veld.
De laatste jaren zijn er ook meer bloeiende akkerranden en bermen waar bijen vliegen. Zorg er altijd voor dat middelen niet overwaaien.
In Schoon water wordt geadviseerd bij voorkeur geen middelen te gebruiken die voor bijen en hommels gevaarlijk zijn. Enkele van deze middelen zijn Actara, Decis EC e.a.(>0,25 ltr/ha, dimethoaat, Karate, Zeon, Plenum 50 WG , Tracer en Reglone.
Worden deze middelen toch gebruikt lees dan goed het Wettelijk Gebruiksvoorschrift. De toepassing van deze middelen is niet toegestaan in bloeiende gewassen of in gewassen die actief bezocht worden door bijen of hommels. Ook niet is toegestaan wanneer bloeiende onkruid aanwezig zijn.
Kortom de bijen en hommels zijn hard nodig voor de bevruchting van heel veel gewassen. Bescherm ze.
Ook voor schoon water is deze aanpak gunstig.
Momenteel is de phytophthoradruk nog laag. Komende tijd wordt echter veel wisselvallig weer voorspeld. Zorg daarom dat de aardappelen goed preventief beschermd blijven en tevens voor een goede knolbescherming.
Middelen met een goede knolbescherming zijn o.a.: Revus (max. 6x), Shirlan, Ranman (max. 6x) en Infinito (max. 6,4 ltr per seizoen). Zodra er zich meldingen van phytophthora in eigen regio voordoen is 2-3x Infinito een sterk middel. Doseringen per keer: 0,6 ltr. Revus, 0,3 ltr. Shirlan, 1,2 ltr. Infinito en 0,2 ltr Ranman.Alternaria in aardappelen is moeilijk te herkennen. Vaak wordt het verward met beschadiging of vlekjes in een afrijpend gewas. De volgende afbeeldingen laten beide vormen zien:
Alternaria alternata Alternaria solani
Alternaria alternata treedt op na beschadigingen en groeistoornissen. Alternaria solani komt vooral voor in een afrijpend gewas verzwakt door stikstof-, magnesium- of mangaangebrek. Bij wisselend warm weer en enkele momenten met neerslag kan het zich snel uitbreiden. Bestrijding van Alternaria solani is goed mogelijk met specifieke middelen.
Bij gevoelige rassen (Bintje, Markies, Felsina, Ramos en Agria) is het daarom vooral na de bloei belangrijk om bij een beginnende aantasting het gewas preventief te beschermen met Signum of Amistar. Dit is vanaf half juli. Spuit met een interval van 2-3 weken tot eind augustus. (totaal 2-3 bespuitingen). De middelen kunnen gemengd verspoten worden met phytophthora middelen.
Na de bloei worden aardappelplanten gevoeliger voor Alternaria. Vooral verzwakt loof (tijdens droogte) kan geïnfecteerd worden in een regenperiode. Vanaf de bloei is het in de gevoelige rassen verstandig te zorgen voor bescherming tegen Alternaria. Van de consumptierassen zijn vooral Felsina, Ramos, Bintje Fontane en Innovator erg gevoelig.
Kies na de bloei voor het bijvoegen van de systemisch werkende middelen Signum en Amistar aan de Phytophthorabestrijding, met een interval van 14 dagen. Signum mag maximaal 4x per seizoen worden toegepast in een dosering van 0,2 kg. Amistar mag per seizoen maximaal 3x toegepast worden in een dosering van 0,25 l.
Consento heeft niet onze voorkeur. Dit middel is niet het sterkste tegen Alternaria en scoort bovendien hoog in de milieubelastings punten grondwater.
Na het beëindigen van de oogst kan de grond van de paden losgetrokken worden met een cultivator en de rug een stukje afgeploegd. Hiermee is alle aanwezige onkruid verdwenen en kan de grond weer “ademen”. Er hoeft dan geen onkruidmiddel gespoten te worden. Dat heeft meestal toch weinig effect op de droge grond van de ruggen.
Sommige onkruiden gaan erg moeilijk dood door te spuiten. Dit wordt nog moeilijker met de warme en droge weersomstandigheden. Onkruiden als herderstasje, kleine brandnetel en kruiskruid kunnen alleen afdoende worden opgeruimd als ze “mals” staan. Misschien gaat het deze week lukken, als er wat regen valt en de luchtvochtigheid stijgt.
Spuiten op afgehard onkruid is vaak erg teleurstellend. Zelfs een middel als Basta laat het dan afweten. Basta kan gebruikt worden:
- vóór de preiteelt en
- net na beëindiging van de aspergeoogst.
In deze droge perioden werkt mechanische onkruidbestrijding uiteraard wel heel goed.
In sommige (randen van) aardappelpercelen vinden we coloradokevers. Dit zijn veelal de eerste generatie kevers die vaak uit buurpercelen komen.
In principe adviseren wij pas middelen in te zetten wanneer:
Zo lang wachten is zinvol, om de maximale luiswerking van deze middelen optimaal te benutten. Hoe groter de bodembedekking van het gewas, des te meer middel komt er in de plant.
We adviseren geen pyrethroïden te gebruiken in consumptie- en zetmeelaardappelen. Pyrethroïden leiden tot problemen met luizen in een later stadium. Natuurlijke vijanden worden namelijk relatief meer gedood. Middelen die nu wel gebruikt kunnen worden zijn Calypso en Gazelle.
De begeleiders van Schoon Water vinden luis in de aardappelen. Om ze goed te bestrijden moet u wel kijken of er Wegedoornluis of Vuilboomluis aanwezig zijn in de aardappelen. Zoek daarna het middel. In onderstaand pdf-document staan foto's en herkenningspunten van luizen. In het document vindt u ook de middelen die praktisch geen milieubelasting geven.
Luizen opsporen, herkennen, middel kiezen en luizen bestrijden met de tipkaart
En in de tipkaart aardappel - Onkruid & Insecten, leest u meer over plagen en hun bestrijding
We zien nu in zowel winter- als zomergranen een explosieve toename van het graanhaantje en bladluizen. De granen hebben dit jaar minder groene delen hebben dan andere jaren. Daarom is het zinvol om sneller een bestrijding uit te voeren. Houd de normen iets strenger aan.
De schadedrempel voor bladluizen ligt normaal op 30% van de halmen bezet voor de bloei, 70% na de bloei. Voor het graanhaantje ligt deze grens op 50% van de halmen bezet. Komen zowel luizen als graanhaantje voor, dan kan met een pyrethroïde gespoten worden*:
Moet ook nog een bestrijding tegen afrijpingsziekten uitgevoerd worden? Combineer deze met de bestrijding tegen bladluizen en graanhaantje. De dosering voor afrijpingsziektebestrijding kan terug gebracht worden naar 75%. Door de droge omstandigheden en de gunstige ziektesituatie in de granen. Gebruik geen Allegro (Plus) want dit geeft een hoge milieubelasting voor het grondwater.
* Decis, Karate Zeon en Sumicidin Super zijn zeer schadelijk voor bijen. Pas deze niet toe op een bloeiend gewas.
Door de aanhoudende droogte is het raadzaam om lichte gronden niet te fijn weg te leggen. Dit verhoogt de kans op stuiven. Nnet gezaaide gewassen stuiven onder of worden gezandstraald en vallen uit. Net geplante gewassen waaien helemaal vol met zand, waardoor de groei stagneert.
Bij stuiven waait ook het toegepaste bodemherbicide weg. Het wegwaaien vermindert de werking sterk. Met deze droogte is schoffelen zeer effectief tegen onkruid.
Probeer in ieder geval na het zaaien van prei te beregenen. Dat bevordert het kiemen en vermindert het stuiven. Let op met langdurig beregenen en met grote druppels. De grond kan dichtslaan, wat stuiven weer in de hand werkt.
Veel bietenpercelen zijn toe aan een laatste onkruidbestrijding. Dit kan met een combinatie van bijvoorbeeld 1 - 1,25 ltr Betanal + 0,75 kg Goltix + 0,75 ltr Tramat + 0,5 Dual Gold + 1 ltr olie.
Een hogere dosering voor een betere bodemwerking van Goltix en Dual Gold heeft geen zin onder deze droge omstandigheden. Als het meer dan een week duurt tot de volgende regen valt de nawerking toch weer tegen.
Mochten er alsnog nakiemers komen kan er altijd nog een schoffelbewerking uitgevoerd worden.
De meeste aardappelen zijn gespoten met combinaties van bodemherbiciden met contactwerking. De nawerking van de bodemherbiciden valt door de droogte echter tegen. Komen er toch nog nakiemers van melden of nachtschade? Spuit deze dan zodra kleine kiemplantjes zichtbaar zijn. Met een lage dosering van Basagran en Sencor met uitvloeier of olie*.
Wanneer in kiemplantstadium gespoten wordt, kan de dosering laag gehouden worden:
* Let op: Sencor mag niet in grondwaterbeschermingsgebieden worden toegepast bij een organisch stof gehalte < 2% en < 10% afslibbaar. Beperk ook het gebruik van Basagran vanwege het risico van uitspoeling.
Het is nog steeds droog en warm. Onderstaande tip blijft daarom actueel.
In enkele percelen wintertarwe kan meeldauw voorkomen en soms ook eerste vlekjes roest. Voeg een fungicide toe als u nog een bespuiting uitvoert tegen onkruid of voor groeiregulatie. Controleer echter eerst uw gewas! Spuiten is niet altijd nodig. Op zwaardere gronden speelt meeldauw minder snel. Ook de rasgevoeligheid speelt een rol. Bij een niet gevoelig ras zal minder snel uitbreiding plaatsvinden en is minder vaak bestrijding nodig.
Het criterium voor meeldauwbestrijding is aantasting vanaf het 3e blad van boven. Gangbare rassen als Lincoln, Carenius, Tabasco en Bristol hebben allemaal goede cijfers voor ziekteresistentie. Bij deze rassen is bestrijding niet snel rendabel.
Wanneer toch meeldauw van betekenis voorkomt kan het beste gespoten worden met 1 l/ha Corbel. Dit heeft een goede werking tegen meeldauw en een redelijke nevenwerking tegen roest. Ook 0,75 l/ha Mildin is mogelijk, dit middel werkt nog sterker tegen meeldauw. Septoria speelt momenteel nog niet, deze heeft vochtige omstandigheden nodig.
Het heeft hier en daar een beetje geregend. Maar tot op heden absoluut te weinig voor een goede werking van bodemherbiciden. Beregen dus zelf. Of wacht af tot er voldoende water is gevallen. Spuiten op een droge grond heeft geen nut!
Wiedeggen en schoffelen is nu effectief! Dit werkt prima. Zeker als u er op tijd bij bent.
Gaat u als er meer regen is gevallen toch spuiten? Vermijd dan de middelen Basta en Finale. Deze hebben een te hoge milieubelasting om binnen Schoon Water in te zetten. Bovendien zijn deze middelen met deze droogte niet effectief. Een beter middel is Round-Up. Maar dit is alleen effectief op een zacht groeiend onkruid met donker weer. Ook hiervoor moet het eerst meer regenen.
Fungiciden niet nodig bij vorstschade
Op veel percelen is nu duidelijk te zien welke schade de vorst heeft aangericht. Zeker op percelen waar Prunus laurocerasus al flink schot had gemaakt is de schade groot. De jonge topjes drogen snel in en spuiten met een fungicide is dan ook niet nodig. In sommige gevallen is terugmaaien nog een optie.
Op veel percelen komen de aardappelen boven. Start met de phytophthorabestrijding als de aardappelen 5 tot 10 cm groot zijn. Bescherm het gewas voordat er een regenperiode aankomt.
Spuit niet volgens de ‘kalender’. Maar bekijk steeds kritisch of een bespuiting kan worden uitgesteld. Bij een enkele infectieuze dag, gevolgd door dagen met veel zonlicht, krijgt de schimmel nog weinig kansen. Houd dan ruimere spuitintervallen aan. Raadpleeg hiervoor bijvoorbeeld www.alphi.nl. Raadpleeg eenvoudige en geheel kosteloos een phytophthora waarschuwingssysteem. Doe hier uw voordeel mee!
In de eerste periode vanaf opkomst hebben onder andere de middelen Revus en Orvego een goede plaats. Dit zijn midden met een curatieve werking én een goede preventieve werking. De regenvastheid is goed, een meerwaarde bij beregenen. Mancozebhoudende middelen zoals Curzate, Valbon Acrobat DF hebben een hogere milieubelasting voor grondwater en zijn daarom niet gewenst. Deze zijn ook duidelijk minder regenvast.
Het heeft hier en daar een beetje geregend. Maar tot op heden absoluut te weinig voor een goede werking van bodemherbiciden. Beregen dus zelf of wacht af tot er voldoende water is gevallen. Spuiten op een droge grond heeft geen nut!
Op diverse percelen is de oogst al beëindigd. Krijgt u geen gelegenheid om een bodemherbicide in te zetten dan heeft u twee mogelijkheden:
Veel Plantversterkers claimen veel voordelen. Vraag u echter kritisch af op welke manier de plant versterkt moet worden. Vaak berust het effect van diverse middelen op extra voeding, voornamelijk sporenelementen.
Bladmeststoffen kunnen een steviger gewas geven. Dat weerbaarder is tegen ziektes. Zeker als voeding slecht opneembaar is door bijvoorbeeld droogte of slechte wortels. Indien u een bladmeststof verspuit gebruik dan een zo compleet mogelijke meststof. Zoals Agroleaf 11+5+19+9Ca+2,5MgO+sp of Phosamco 10+4+7+sp.
Ook hebben kwekers goede ervaringen opgedaan met compost thee of aminozuren.
Daarnaast zijn er bladmeststoffen waaraan zilver is toegevoegd. Zoals Argicin Plus en OPF-Z. Zilver heeft een ontsmettende werking op bacteriën. En is daardoor zeer geschikt voor Prunus en Hedera teelt.
Spuit Bladmeststoffen altijd laat in de avond met een fijne druppel.
Deze week is er nog kans op nachtvorst. Stel de onkruidbestrijding daarom uit. Ondanks dat de vroegste maïs 3 blaadjes heeft. Wacht met de onkruidbestrijding tot volgende week, als de nachttemperaturen hoger zijn. Ook bij grote verschillen tussen dag- en nachttemperatuur bestaat de kans op schade aan de maïs bij gebruik van sulfonyulureum verbindingen als Primus, Maister en Samson.
Enkele middelen hebben zeer hoge milieubelastingspunten (mbp). En zijn daarom niet wenselijk in de grondwaterbeschermingsgebieden. Het zijn vooral middelen die terbutylazin bevatten, zoals:
In de preiteelt is het middel Boxer toegelaten. Mede door de beperking bij de Butisan S tot 2 liter per 3 jaar is een extra middel zeer welkom. Boxer werkt goed tegen papagaaiekruid, straatgras en redelijk op melde. De toelating is na planten. Kan gecombineerd worden met andere middelen. Dosering 3 tot 5 liter per ha. Eventueel herhalen tot uiterlijk 14 dagen na planten.
Let wel op: Boxer is zeer giftig voor in het water levende organismen. Daarom moet op percelen die grenzen aan oppervlaktewater gebruik worden gemaakt van minimaal 90% driftreducerende spuitdoppen!
Syngenta heeft de toelating breed gehouden, want Boxer is ook toegelaten in zaaiprei. Met deze toepassing wordt komend jaar meer ervaring opgedaan. De toepassing kan uitgevoerd worden vóór opkomst (conform toelating) in een dosering van ca 2,5 - 3 liter.
Pas op: ervaring met zware neerslag na zaai is er niet.
Op diverse percelen in Oost Brabant en Limburg is de aspergevlieg aangetroffen. Meer specifiek: waar stengels boven de grond komen. De aspergevlieg legt een eitje in de stenge. De larve vreet zich daarna een weg naar beneden. En de stengel sterft af. De vlieg is extreem vroeg, een gevolg van het warme weer.
Controleer de velden. Grijp in als het nodig is met Deltamethrin. Doe dit in de ochtenduren of in de avond. In de middag is het nu te warm voor dit middel. Deltamethrin heeft een lage milieubelasting.
Let op: dit middel is toegestaan in:
Door de hoge temperaturen en de droogte kan in enkele percelen wintertarwe meeldauw voorkomen, en soms ook de eerste vlekjes roest. Wanneer nog een bespuiting uitgevoerd moet worden tegen onkruid of voor groeiregulatie kan hieraan eventueel een fungicide toegevoegd worden.
Controleer echter eerst uw gewas! Op zwaardere gronden speelt meeldauw minder snel. Ook de rasgevoeligheid speelt een rol. Bij een niet gevoelig ras zal niet zo snel uitbreiding plaatsvinden en is een bestrijding minder snel nodig.
Het criterium voor meeldauw is aantasting vanaf 3e blad van boven. Rassen als Lincoln, Carenius, Tabasco en Bristol hebben allemaal goede scores voor de ziekteresistentie. Hier is een bestrijding niet snel rendabel. Wanneer toch meeldauw van betekenis voorkomt kan het beste gespoten worden met 1 liter Corbel. Deze heeft een goede werking tegen meeldauw en een redelijke nevenwerking tegen roest. Ook 0,75 liter Mildin is mogelijk, dit middel werkt nog sterker tegen meeldauw. Septoria speelt momenteel niet, deze heeft vochtige omstandigheden nodig.
Door de huidige droge omstandigheden zal een bodemherbicide onvoldoende tot niet werken. Brand de onkruiden weg met 0,4 Sencor + 1 liter olie.
Een lage dosering in dit onkruidstadium voorkómt een volledige bespuiting later. Pas hierna eventueel het LDS toe met Sencor en/of Basagran. Met enkele keren 75-100 g Sencor + 0,1-0,25 liter Basagran kun u het onkruid goed bestrijden. Als u geen last heeft van zwarte nachtschade is het niet nodig Basagran te gebruiken.
Let op: Sencor mag niet in grondwaterbeschermingsgebieden worden toegepast bij een organisch stof gehalte < 2% en < 10% afslibbaar. Beperk ook het gebruik van Basagran i.v.m risico van uitspoeling.
Let hierbij ook op de rasgevoeligheid van de aardappel (zie hieronder). Voor niet vermelde rassen, informeer bij uw aardappelhandelshuis. Voor vragen: Geert Jan van Roessel: 06-53151775
Sencor
Basagran
Voorkom verbranding!
Gewassen die nu worden opgepot meteen afdekken na wegzetten. Bijvoorbeeld met agrocoverdoek. Om te voorkomen dat de gewassen na oppotten verbranden. Geef daarnaast ruim water, zodat de planttemperatuur niet te hoog oploopt.
Wanneer bij schraal en warm weer verplant wordt, zorg dan voor een minimale verdamping van het gewas. Hiertoe kan een anti-verdampingsmiddel over de gewassen worden gespoten. Bijvoorbeeld Cultacoat of Wiltpruf. Deze middelen vormen als het ware een bedekkend laagje over het blad, waardoor verdamping wordt beperkt. Daardoor blijft het blad op spanning en ontstaan er minder problemen voor de plant.
Mechanische onkruidbestrijding
Dit droge weer zorgt voor ideale omstandigheden om mechanische onkruidbestrijding uit te voeren.
De voordelen:
Het voorjaar is dit jaar droog. De grondbewerking kan dus vroeg en onder goede omstandigheden plaatsvinden. Dit biedt kansen voor een goede start. Een tijdig gemaakt zaaibed met een goede vlakligging, aangesloten en fijn kruimelig zonder diepe sporen. Maak gebruik van de gunstige omstandigheden: de kosten van het wiedeggen zijn beperkt, namelijk minder dan 20 €/ha.
De voordelen van wiedeggen:
De zomerprei die tot nu toe is geplant is allemaal afgedekt met vliesdoek of folie. Onder deze bedekking ontstaat een heerlijk groeiklimaat voor de prei. Echter, dit geldt ook voor het onkruid. Laat u niet verrassen en controleer regelmatig de onkruidontwikkeling door onder de bedekking te kijken.
De komende dagen is het droog weer en dit geeft volop mogelijkheden om een keer een mechanische onkruidbestrijding uit te voeren. Sla de bedekking terug en schoffel. Een chemische onkruidbestrijding geeft meer kans op gewasschade en kan groeiremming veroorzaken.
Deze maand zijn er diverse nieuwe velden aangeplant. Chemische onkruidbestrijding is ongewenst. De planten zijn nog niet doorgeworteld en zijn maar oppervlakkig bedekt met aarde. Een onkruidmiddel geeft dan gemakkelijk schade. De plantgeul kan het beste mechanisch in drie of vier keer dichtgeschoven worden.
Gezien de droogte en de weersvoorspellingen moet uitdroging van de aanplant voorkómen worden. Het kan nodig zijn om al vroeger dan gebruikelijk weer een keer grond in de geul te schuiven, dan wel te beregenen.
Land klaar maken
Het is nu de tijd om land plantklaar te maken. Controleer het perceel op slechte structuurplekken of storende lagen. Ga ook na of de drainage nog naar behoren werkt.
Zorg tevens - nu het nog kan - voor voldoende aanvoer van organische stof door middel van compost of organische mest. Wees bij het gebruik van compost kritisch op de kwaliteit en de hoeveelheid die u gebruikt. Groencompost of natuurcompost hebben de voorkeur boven gft-compost. In de praktijk kiezen veel kwekerijen vanwege prijs voor gft-compost bij een composteerder uit de buurt. Wees voorzichtig. In de praktijk komen we problemen tegen na aanvoer van gft-compost.
Vraag altijd vooraf een analyse op om de kwaliteit te kunnen beoordelen. Gebruik bij voorkeur gecertificeerd materiaal. Een keurmerk als Keurcompost biedt bepaalde garanties op het gebied van kwaliteit. Compost moet vrij zijn van verontreinigingen zoals glas en plastic. Kijk daarnaast naar de hoeveelheid zware metalen, de EC en de hoeveelheid kalk in de compost. Verder bepalen de gehalten stikstof en fosfaat op de analyse hoeveel compost u volgens de gebruiksnormen mag aanvoeren op uw bedrijf.
Sparrenluis
In de teelt van Picea is sparrenluis actief. Bij aanwezige sparrenluizen kunt u spuiten met bijvoorbeeld
De groenbemesters worden weer groen en gaan doorgroeien. Om in de teelt geen last te hebben van groenbemester opslag is het nu zaak deze onder te werken met machines.
De groenbemesters zijn dit jaar niet massaal. Hierdoor is het eenvoudig om de groenbemesters mechanisch onder te werken. U kunt gebruik maken van verschillende schijveneggen, een schijvencultivator, een frees, een spitmachine en/of een klepelmaaier.
Doodspuiten met glyfosaat (Roundup) is ongewenst, zeker in de Schoon Water grondwaterbeschermingsgebieden.
Twijfelt u over mechanisch onderwerken? Neem dan contact op met uw Schoon Water adviseur van DLV. Samen kunt u dan een keus maken om de groenbemester op een grondwatervriendelijke manier onder te werken.
Succes. Op naar een goed seizoen 2011.
Lees ook het persbericht over mechanisch onderwerken van groenbemesters.
Het is bekend dat de veldspuit winterklaar gemaakt moet worden. Voordat deze definitief de stalling in gaat tot het voorjaar. Bij het schoonmaken van de spuitmachine vraagt het reinigen van de spuitdoppen de nodige aandacht. Verwijder alle doppen en membraanafsluiters van de spuit om deze goed te reinigen in lauw/warm water met wat tankreinigingsmiddel. Zorg ervoor dat het reinigingswater niet geloosd wordt op het oppervlaktewater of in het riool bij het schoonmaken van de veldspuit en de doppen!
Voor een effectieve bespuiting is het belangrijk dat spuitdoppen de juiste hoeveelheid middel afgeven. Verstopte doppen zorgen voor een te lage afgifte. Daardoor gaat de effectiviteit van de bespuiting omlaag. Vooral bij het toepassen van lage dosering in de onkruidbestrijding.
Het vorstvrij stallen van de veldspuit is de beste optie. Is die mogelijkheid er niet? Zorg dan in ieder geval dat er geen onderdelen kapot kunnen vriezen.
Het winterklaar maken van de veldspuit is een goed moment om de spuitpomp en het olieniveau daarvan te controleren. Bekijk ook alvast of uw veldspuit weer toe is aan de driejaarlijkse SKL keuring. Als dit zo is, maak dan tijdig een afspraak. Dan gaat u met een schone en gekeurde spuitmachine het nieuwe jaar in.
Verminderde kans op nakiemers door bekalking maïsland
Blijkt uit bodemonderzoek dat de pH te laag is? Dan is het advies om te bekalken. De optimale pH is afhankelijk van de grondsoort en het humusgehalte. Verhogen van de pH boven het advies volgens het grondonderzoek is af te raden. Een te hoge pH kan namelijk een nadelige invloed hebben op de beschikbaarheid van sommige voedingselementen.
De voorkeur gaat uit naar een najaars- of winterbekalking. Omdat kalkmeststoffen zeker 3 maanden nodig hebben om volledig tot werking te komen. In principe zijn voor toediening in het najaar alle kalkmeststoffen geschikt die voldoen aan de fijnheidseisen. Echter, de verschillen in zuurbindende waarde (nw) kunnen aanzienlijk zijn.
Een goede structuur en samenstelling van de bodem geeft een maximale groei van de maïs. Met een snelle bodembedekking zodat er minder kans is op nakiemers.
Ontwatering maïsland voor herstel bodemstructuur
Snijmaïs is in het begin van het oogstseizoen nog met goede omstandigheden geoogst. De latere percelen zijn geoogst onder slechte omstandigheden of zijn zelfs nog niet geoogst. Groenbemesters zijn op de vroege percelen veelal wel gezaaid en al vrij goed ontwikkeld, al is het dit seizoen toch in het geheel 14 dagen later als gevolg van de koude periode in mei.
Percelen met diepe sporen zijn er helaas ook veel dit jaar. Goed bewerken is op dit moment niet mogelijk omdat de sporen op kleine slootjes lijken. Water blijft
erg lang in de sporen staan omdat de bodem onder een spoor is verdicht.
Het graven of frezen van een sleuf of greppel maakt het mogelijk om zeer veel water oppervlakkig van het perceel af te laten lopen. Dit extra ‘graafwerk’ is noodzakelijk
Het is de komende dagen koud genoeg om met Chloor-IPC te spuiten. Toch is het raadzaam dit nog niet te doen. Onkruid dat nu tussen de planten staat groeit traag en geeft weinig tot geen schade aan de planten. Een bespuiting vroeg in de winter zorgt ervoor dat je aan het einde van de winter nogmaals moet spuiten. Is spuiten nu wel nodig? Wacht dan tot januari/februari met de Chloor-IPC bespuiting.
Spuit u in januari/februari met Chloor-IPC? Voeg dan Kerb toe voor het bestaande onkruid. U start dan het voorjaar met een schoon perceel. Bij zandgronden (met een laag gehalte organische stof) is een dosering van 2 liter Chloor-IPC plus 1,5 kg Kerb per ha voldoende.
Verwijder onkruiden die nu aanwezig zijn mechanisch, als ze niet met Kerb te bestrijden zijn. Dat is de beste manier. Eventueel met een kappenspuit en een middel dat het betreffende onkruid aanpakt. Let op: Kerb werkt bijvoorbeeld niet op akkerviooltje, dovenetel, kamillesoorten en andere. Voor een compleet overzicht raadpleeg de gevoeligheidstabel van onkruiden voor Kerb.
Containerteelt
De komende periode moet u goed nadenken over de bemesting die u toevoegt bij oppottingen. De meeste gewassen zullen in rust gaan en daarbij geen tot weinig voeding vragen. Een teveel aan bemesting zal uit de pot spoelen. En bij open containervelden in het grondwater verdwijnen.
Voegt u een gecoate meststof toe? Dan is het raadzaam om de startmeststof zoals PG-Mix in deze periode achterwege te laten. Gecoate meststoffen geven namelijk voeding af zodra deze in de potgrond gemengd zijn. Osmocote Exact Protect 12-14M is een uitzondering: deze geeft de eerste drie maanden bijna geen voeding af.
Gaat u de komende maanden planten die in de kas blijven staan oppotten met potgrond gemengd met een standaard gecoate meststof? Doseer een 12 maands product dan niet hoger dan 2 gram per liter potinhoud. Denk ook goed na over hoe u de sporenelementen het komende jaar bij de plant wil krijgen.
Vollegrond
Laat de komende periode uw percelen bemonsteren. Kijk in deze analyse niet alleen naar de hoofdelementen NPK en magnesium. Bekijk ook goed of u moet bekalken. En hoeveel organische stof u aan moet voeren.
Een goede organische stof balans is belangrijk. Hoe meer organische stof in de grond, hoe hoger de CEC-waarde (Cation Exchange Capacity). Hiermee vergroot u de bufferende waarde van de grond vergroot. Ook komt de stikstof uit organische stof over een langere periode beschikbaar. De stikstof is daardoor minder gevoelig voor uitspoeling dan bijvoorbeeld stikstof uit kunstmest. Verreken de aanvoer van organische stof en bekalking in uw bemestingsplan.
Zorg dat het gewas gestaag blijft groeien. Dit is veruit de beste methode om aantasting door schimmels en trips te voorkomen!
Diverse bladvlekkenziektes kunnen het gewas binnenvallen. Door weersomstandigheden of door het feit dat de prei te rijp wordt. Het is daarom belangrijk om minstens wekelijks door het gewas te lopen. Om te zien of een aantasting aanwezig is en of deze uitbreidt. Vaak gebeurt dit samen met een teeltbegeleider of toeleverancier.
Is het nodig om in te grijpen? Kijk dan goed om welke ziekte het gaat en kies het juiste middel. Keuzecriteria hierbij zijn:
De maïsoogst staat weer voor de deur. Teelt u maïs op zand- of lössgrond? Dan is het aan te raden een vanggewas te telen. Vanggewassen zijn bijvoorbeeld gras, winterrogge, bladkool of bladrammenas. Sinds dit jaar mag u ook wintertarwe, wintergerst en triticale gebruiken.
Het vanggewas na maïs is bedoeld om uitspoeling van stikstof in het najaar en de winter te verminderen. Dit betekent dat u het vanggewas direct na de oogst van maïs moet telen. Het vanggewas mag u niet vernietigen vóór 1 februari van het daaropvolgende jaar.
Let bij de keuze van de groenbemester op de vermeerdering van aaltjes, zie onderstaande tabel.
Voor bladrammenas is het eigenlijk al te laat. De voorkeur gaat uit naar granen omdat deze over het algemeen minder kans geven op een vermeerdering van schadelijke aaltjes.
Het aspergeloof is dusdanig aan het aftakelen dat dit proces onomkeerbaar is. Het gewas heeft de groeidagen gehad en gaat de opgedane energie nu opslaan in de wortelmassa. Dit heeft als gevolg afsterving van de bovengrondse delen.
Het inzetten van een schimmelbestrijdend middel is nu dan ook zinloos geworden.
Bespaar u de moeite en het geld.
Op de preidag van 15 oktober kunt u als Schoon Water deelnemer meedoen aan een rondgang langs de verschillende demo's!
Jos van Hamont neemt u – samen met preitelers uit het project Schoon Water Duinboeren – onder andere mee langs: innovatie plaatspecifiek spuiten, spuittechniek en doppen in prei en planten met behulp van GPS.
We verwachten u om 14.00 uur bij de stand van: Schoon Water voor Brabant / Duurzaam telen begint bij jou.
Bij vragen kunt u contact opnemen met Jos: 06-53375257
Door de vele regen van de laatste weken is op diverse percelen een uitbraak van Phytophthora porri, de papiervlekkenziekte te vinden. Deze ziekte kan de prei behoorlijk beschadigen doordat de waterige witte vlekken kort op de schacht komen en daardoor de prei niet meer op een fatsoenlijke manier afzetklaar gemaakt kan worden. Tevens wordt de groei geremd door deze ziekte.
Er zijn diverse middelen inzetbaar. Te noemen zijn Previcur, Signum, Nativo, Amistar top, Kenbyo FL, Captan, Daconil en Foliogold. De werking van de middelen is goed te noemen.
Een middel wat er zeer negatief uitspringt qua grondwaterbelasting is Kenbyo. De middelen Daconil, Foliogold en Signum geven een matig hoge milieubelasting. Overige middelen zijn veilig. Kijk maar eens op www.milieumeetlat.nl en zie wat het verschil is met de andere middelen. Maak dus een bewuste keuze en kijk niet alleen naar de werking.
De afgelopen dagen is de kans op Botrytisinfectie erg hoog geweest, met name gisteren met regen en hoge temperaturen.
Als het gewas weer droog gewaaid is en het perceel weer begaanbaar, kan een bestrijding ingezet worden. Afhankelijk van het feit of er een infectie is (Rovral of Score) of een preventieve behandeling (Kenbyo). De combinatie met mancozeb en bitterzout is aan te bevelen om de werking breder te maken en het gewas meer weerbaar.
De milieumeetlat laat zien dat per 1 september de milieubelastingspunten flink hoger uitkomen (zogenaamde najaarsbespuiting). Probeer dan ook de eventuele bespuiting voor 1 september te laten uitvoeren.
In diverse percelen consumptie-aardappelen is geen of 1 keer een luizenmiddel ingezet tegen o.a. de Aardappeltopluis. Op een aantal locaties vinden we nu sporadisch de Citroengele wegedoornluis. Voor consumptie-aardappelen kan daarom nu eerst de luisontwikkeling afgewacht worden voordat (opnieuw) ingrijpen met een breedwerkend middel nodig is.
Als in uw teelt wel schadedrempels worden overschreden (gemiddeld meer dan 50 luizen per samengesteld blad) en u een middel inzet, let dan op onderstaande aandachtspunten:
Voor een onkruidbestrijding met Lentagran is het veel te warm geweest. Het heeft dan ook geen enkele zin een dergelijk middel in te zetten bij heet weer. Bovendien heeft dit middel een zeer hoge milieubelasting. Wacht daarom tot het weer is omgeslagen naar een groeizaam weertype.
Bij een combinatie met Butisan S moet de grond vochtig zijn. Let echter op met spuiten als er zware buien voorspeld worden. Butisan S spoelt gemakkelijk naar de wortels. Het schadebeeld hiervan is erg duidelijk: de prei blijft opgesloten zitten in het eigen buitenste blad dat als een koker rond de plant zit. De groei wordt hierdoor sterk geremd. De planten kunnen zelfs afsterven.
Perceelsrand:
Een schone perceelsrand voorkomt inloop van onkruiden. Probeer de randen zoveel mogelijk mechanisch of met de hand schoon te houden. Vooral langs watergangen is dit belangrijk. Als u toch een bespuiting wilt uitvoeren, gebruik dan altijd driftarme doppen. In teeltvrije zones is alleen een pleksgewijze toepassing toegestaan!
Indien er onkruiden ontsnapt zijn aan de vorige onkruidbestrijding, heeft het vaak geen zin deze onkruiden nu chemisch aan te pakken. De onkruiden zijn vaak veel te groot en/of staan in bloei waardoor middelen nauwelijks of niet zullen werken. Ook mechanisch is dit een hele klus, of zelfs onmogelijk als de onkruiden in de rij staan. Neem de moeite om deze onkruiden handmatig te verwijderen. Denk hierbij vooral aan Nachtschade, Melde en Papegaaienkruid. Deze kunnen een grote omvang krijgen en enorm uitzaaien waardoor er volgend jaar weer meer problemen te verwachten zijn.
Momenteel wordt er veel aantasting van echte meeldauw waargenomen in diverse boomkwekerijen. Wanneer het de komende dagen warmer wordt zal de druk toenemen. De infectiedruk voor echte meeldauw is namelijk hoog tijdens perioden met warm en droog weer overdag, afgewisseld met nachten met een hoge luchtvochtigheid (RV). Op dit soort dagen is het gewas ’s ochtends vaak licht vochtig van de dauw.
Voor de bestrijding zijn verschillende middelen toegelaten (zie tabel) die onderling behoorlijk verschillen in milieubelasting!
Gebruik vanwege kans op gewasschade geen Exact Plus in Crataegus en geen Ortiva in Malus.
Om resistentie te voorkomen is het belangrijk dat er na 2-3 bespuitingen met een middel uit één bepaalde groep, wordt overgestapt op een middel uit één van de andere groepen.
Een misverstand dat onder veel kwekers leeft is dat middelen die slecht (hoge waarde) scoren op de milieu-effectenkaart, of die een gevarenteken met een doodshoofd hebben, beter werken tegen een plaag. Flint werkt bijvoorbeeld net zo goed als Kenbyo. Flint is in het kader van Schoon water dan ook beter toepasbaar.
Ook biologische plantversterkers als Compostthee en Bio Imune kunnen verspoten worden. Het is belangrijk deze middelen preventief te spuiten. Regelmatig herhalen is nodig. Vorig jaar is in een proef van DLV Plant een goed resultaat behaald met Bio Imune in rozen. Door regelmatig te spuiten werd een aantasting van echte meeldauw voorkomen.
De heer P. van Beers
Ingenieur van Meelweg 9
5512 NN VESSEM
Tel 06-54272644
Loonbedrijf J v Weert
Pastoor P Thijssenlaan 43/C
6029 RL Sterksel
Tel 040-2262093
Loonbedrijf J van Lokven
Nieuwekampen 12-14
5382 JN Vinkel
Tel 073-5321407
Loonbedrijf Ad Buijs
Rietveldenweg 1
5256 TG Hedikhuizen
Tel 0416-661720
In Schoon Water zijn we ook bezig met alternatieve bestrijding van aspergekever. Zo vond vorig jaar een demo plaats met de Beetle Eater. Zie www.schoon-water.nl/home/pb_BeetleEater.pdf.
De volgende middelen bestrijden haagwinde effectief en geven een aanvaardbare belasting voor het grondwater:
Loonwerkertarieven voor uitvoering zijn:
Volveldsbespuiting minimaal 30€/ha
Onderbladbespuiting minimaal 40€/ha (prijs sterk afhankelijk van de soort en capaciteit machine)
Bij een tweede bespuiting (ongeveer 14 dgn na de eerste bespuiting) met Kart geeft een gerichte bespuiting een beter bestrijdingsresultaat dan een volveldsbespuiting. De doorgegroeide haagwinde wordt dan beter geraakt. Kart heeft geen rasbeperking en door de combinatie van 2 werkzame stoffen een bredere werking tegen onkruiden.
Rugspuit
De rugspuit is heel goed toepasbaar als het over een beperkte oppervlakte gaat. Voordeel is dat er vrijwel geen middelkosten zijn. Wel is het belangrijk goed te inventariseren waar u moet zijn. Let wel, het is een ”preventieve” bestrijding. Door bij kleine aantallen ieder jaar weg te spuiten, voorkomt u uitbreiding en noodzaak voor een volveldsbespuiting. Voor veel veel bedrijven is dit een routineklus.
Voor de rugspuit gelden de volgende doseringen (afmeten met wegwerpspuitje van geneesmiddelen)
Conclusie
Bij gebruik van de rugspuit zijn milieubelasting en middelkosten zeer beperkt. De arbeid die het kost, is afhankelijk van de mate van onkruiddruk. Bij een jaarlijkse rondgang langs de perceelranden blijkt dit goed uitvoerbaar.
Opbrengstderving door groeiremming
Resultaat van de bespuitingen dit voorjaar was goed. Het maaimoment was later dan gemiddeld. De werking van de middelen kwam daardoor volledig tot z’n recht. Echter veel veehouders constateerden dat de grasopbrengst van de bespoten percelen duidelijk minder was! De groeiremming van de middelen is nog versterkt door de koude nachten en de droge omstandigheden. Als een groeiremming duidelijk opvalt heb je het al gauw over opbrengstderving van 20 tot 30%. Dat betekent een opbrengstderving van bijvoorbeeld:
20 ha gespoten x 3000 kgds/ha x 20% remming x 9 €ct/kgds = 1080 €.
Bedenk dus goed of een volveldsbespuiting wel nodig is, als u op de portemonnee wilt letten! Een pleksgewijze bespuiting scheelt niet alleen in middelkosten, maar geeft ook een betere grasopbrengst.
Middelkeuze
Als een bespuiting nodig is, kies dan voor een middel dat het grondwater niet hoog belast. MCPA scoort hierin erg slecht! Dit kunt u zien in onderstaande tabel met vergelijkingen van veelgebruikte middelencombinaties. Let wel, onder gunstige omstandigheden, kunt u 20-30% lagere doseringen aanhouden.
**MBP= milieubelastingspunten (grond: 1,5 tot 3% org stof toepassing: 1 mrt t/m 31 aug)
< 10 voor waterleven = goed
< 100 voor bodemleven = goed
< 100 voor grondwater = goed
Pleksgewijze bespuiting ridderzuring
Tegen ridderzuring kan bijvoorbeeld goed een pleksgewijze behandeling plaatsvinden, omdat er maar enkele planten in het perceel staan.
Toepasbare middelen voor ridderzuring
**MBP= milieubelastingspunten (grond: 1,5 tot 3% org stof toepassing: 1 mrt t/m 31 aug)
< 10 voor waterleven = goed
< 100 voor bodemleven = goed
< 100 voor grondwater = goed
Bij het gebruik van een rugspuit zijn de middelkosten laag en zijn er ook weinig milieu belastingspunten. Mecoprop moet zeker niet volvelds ingezet worden, want het geeft zowel een duidelijke groeiremming als ook een aanzienlijk belasting van het grondwater.
Bij het spuiten met de rugspuit is arbeid fysiek en financieel de grootste kostenpost. Bij een beperkt aantal planten blijkt het goed uitvoerbaar.
De eerste week van juni waren er duidelijk infectiekansen voor Phytophthora. De huidige schrale omstandigheden laten een heel ander situatie zien. Dit wordt onderbouwd door het phytophthorawaarschuwingssysteem Prophy. In enkele Schoon Water gebieden functioneert dit systeem goed. Prophy geeft aan dat de eerstvolgende bespuiting nog enkele dagen uitgesteld kan worden.
De middelen die mancozeb bevatten, scoren nog steeds hoog in milieubelastingspunten voor grondwater op de milieumeetlat. Een goed alternatief in het begin van het seizoen is het middel Revus. Het is prijstechnisch gunstig en bovendien goed regenvast met de hoogst scorende preventie tegen phytophthora.
In onderstaande tabel zijn de middelen met hun specifieke kenmerken weergegeven:
Een handleiding is beschikbaar om deze kenmerken te beoordelen. Het is interessant om de kenmerken van een perceel met ‘goede’ en ‘slechte’ opbrengst in te voeren. Dan ziet u waar dit verschil door wordt veroorzaakt.
Bodemschat is een hulpmiddel voor het verbeteren van de bodemkwaliteit. Een gezonde bodem met goede vocht- en nutriëntenvoorziening zorgt voor een gezond gewas. Ziekten en plagen hebben dan minder kans. Dat bespaart gewasbeschermingsmiddelen en dat is positief voor de waterkwaliteit in uw omgeving.
Bodemschat is een product van DLV Plant. Deelnemers van Schoon Water kunnen het programma en de handleiding gratis ontvangen via het Schoon Water loket (schoonwaterloket@clm.nl of 0345-470719).
Verdichtingen in de grond zijn slecht voor de wortelgroei en dus voor de weerbaarheid van planten tegen ziekten. Het is verstandig om in de winter op het perceel te meten of er na de oogst verdichtingen zijn ontstaan. Een visiteerijzer is een instrument om verdichtingen van de ondergrond op te sporen. Deze verdichtingen verstoren de dieptegroei van plantenwortels. Als wortels dieper in de grond kunnen dringen, hebben ze meer vocht ter beschikking.
Werkwijze (let op: grond die sterk verdroogd is niet meten):
* Zet het visiteerijzer rechtop
* Duw met de duim op de zwarte knop het visiteerijzer naar beneden. Als u extra weerstand voelt heeft u een verdichte laag.
* Kijk op de maatstreep hoe diep de laag zit. Elke maatstreep is 2 cm.
* Duw nu verder met de palm van een hand (niet erop gaan hangen met vol gewicht).
Gaat het visiteerijzer door de laag heen dan weet u de laagdikte.
Komt uw spuit goed uit de winterstalling? Twijfelt u over een goede afgifte? Laat dan uw spuitdoppen testen via het Schoon Water project. Mail het schoonwaterloket (schoonwaterloket@clm.nl) of neem contact op met uw adviseur.