Bert Aasman is vanaf het begin van het project (2001) bij Schoon Water betrokken. Aasman: "Binnen het project zorg ik ervoor dat het praktijkdeel goed verloopt. Ik zorg voor de vertaling van beleidsdoelen naar praktijkdoelen en breng hier creativiteit in."

Aasman en aaltjes
Aasman: "Ik ben in aaltjes afgestudeerd. Ik ben geboren op een akkerbouwbedrijf in de Veenkolonien, tussen de cystenaaltjes en ben naar het zuiden getrokken om ervan af te zijn. Bleek het in het zuiden veel erger te zijn! Daar komen bijna alle aaltjes voor die in Nederland te vinden zijn."

Binnen het HPA Actieplan Aaltjesbeheersing is Aasman projectleider van het onderdeel Aaltjewijzer. Het doel van dit actieplan is drieledig:

• de beheersing van aaltjes in Nederland vergroten;
• kennisverspreiding over aaltjesproblematiek en instrumenten ontwikkelen voor beheersing;
• vaardigheden bij de grondeigenaren te brengen en ervoor zorgen dat zij ook aaltjes kunnen beheersen.

Een van de taken hierbij is om eenduidig advies te krijgen over aaltjesbeheersing. Telers kunnen hierover informatie vinden op www.kennisakker.nl.
Aasman: "Afgelopen jaar hebben we een folder ontwikkeld om aaltjes te herkennen met als titel 'Slechte plek? Toch een aaltje?'. We zijn bezig met de ontwikkeling van 'De rode lamp'. Telers krijgen dan bij de analyse van hun bodemmonsters meteen informatie aangeleverd over wat ze kunnen doen aan de aaltjes die in het bodemmonster zijn teruggevonden. En dan hebben we natuurlijk nog de gruwelroutes die in heel Nederland worden georganiseerd. Tijdens de gruwelroutes gaan we met een groep telers langs percelen met de meest verschrikkelijke aaltjesproblemen. Telers kunnen zich hiervoor bij mij aanmelden."

"Binnen Schoon Water hebben we een praktijktest gedaan. Na de maisteelt hebben we door middel van bodemmonsters gekeken welke aaltjes er op het proefperceel voorkomen. Vervolgens hebben we verschillende groenbemesters ingezaaid. Voordat de mais weer gezaaid wordt, gaan we weer meten welke aaltjes er voorkomen. Dit jaar doen we dat voor het tweede jaar." "In het eerste jaar zaten de aaltjes voor en na de groenbemester op hetzelfde niveau. Er waren niet meer, maar ook niet minder aaltjes."

We houden de deelnemers aan Schoon Water via de nieuwsbrief en website op de hoogte van de resultaten. Ook zijn er een aantal excursies geweest naar het betreffende perceel, maar bovengronds is helaas niet veel te zien.

Waar moeten telers op letten bij het gebruik van groenbemesters?
Aasman: "Je moet eerst weten welke aaltjes er voorkomen op je percelen. Met name in de teelt van industriegroenten en akkerbouwgewassen is het aan te bevelen om eerst een aaltjesonderzoek uit te voeren. Ook is het belangrijk om goed in de gewassen te kijken. In de maanden juni en juli zijn de eerste symptomen zichtbaar."